Waardoor stierven zijn de dinosauriërs 66 miljoen jaar geleden uitgestorven? Was het alleen de Chicxulub-meteorietinslag in de Golf van Mexico of speelden de effecten van gigantische vulkaanuitbarstingen ook een rol? In een nieuwe publicatie van de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Manchester hebben klimaatwetenschappers nu aangetoond dat de vulkaanuitbarstingen weliswaar een forse afkoeling van de aarde veroorzaakten, maar dat het klimaat duizenden jaren voordat de meteoriet insloeg allang weer was hersteld. De onderzoekers concluderen daaruit dat de meteorietinslag de ultieme oorzaak was van het uitsterven van de dinosauriërs (Science Advances, 18 december).
Het nieuwe onderzoek levert hard bewijs dat de vulkaanuitbarstingen weinig tot geen effect hadden op het uitsterven van de dinosauriërs. Het team van onderzoekers wist met hulp van fossiele moleculen uit oude veenlagen in de Verenigde Staten de luchttemperaturen te reconstrueren voor de periode voor zowel vóór als ná de meteorietinslag. De veenlagen die de onderzoekers analyseerden bevatten door bacteriën gevormde moleculen met een specifieke structuur, die afhankelijk is van de temperatuur van hun leefomgeving. Omdat deze moleculen al die tijd in het veen bewaard zijn gebleven, kunnen wetenschappers hun samenstelling in kaart brengen en zo temperaturen van miljoenen jaren geleden achterhalen.
Met behulp van deze ‘moleculaire paleothermometer’ konden de wetenschappers aantonen dat door de gigantische vulkaanuitbarstingen het klimaat van de aarde voor de meteorietinslag met minstens vijf graden Celsius afkoelde. Dit was zeer waarschijnlijk het gevolg van de vulkanische uitstoot van zwaveldeeltjes die, eenmaal in de lucht, het directe zonlicht effectief blokkeerden.
Maar hun belangrijkste ontdekking is dat deze periode van afkoeling slechts relatief kort duurde. De temperatuur van de aarde was ongeveer twintigduizend jaar voor de meteorietinslag alweer hersteld en gestabiliseerd. Dat gebeurde mede doordat vulkanisch uitgestoten CO₂ langer in de atmosfeer blijft dan zwavel, legt Lauren O’Connor, onderzoeker aan de Universiteit Utrecht, uit: ‘Voor het leven op aarde zullen de vulkanische uitbarstingen en de daaraan gelinkte uitstoot van CO₂ en zwaveldeeltjes dramatische gevolgen hebben gehad. Maar dit gebeurde meerdere millennia voor de meteorietinslag plaatsvond en de vulkaanuitbarstingen speelden daardoor waarschijnlijk een minieme rol in het uitsterven van de dinosauriërs.’
De Chicxulub-meteorietinslag blijft zo over als de belangrijkste veroorzaker van de massa-extinctie van dinosauriërs. ‘De inslag veroorzaakte een kettingreactie van verschillende natuurrampen, inclusief bosbranden, aardbevingen en tsunami’s, waardoor zonlicht werd geblokkeerd en ecosystemen werden verwoest. Wij zijn ervan overtuigd dat de inslag de ultieme genadeklap aan de dinosauriërs heeft gegeven,’ aldus Rhodri Jerrett van de Universiteit van Manchester. (EE)
Oorspronkelijk persbericht