Hemelverschijnselen

De afnemende maansikkel staat in het voorjaar nooit hoog aan de hemel. Je kunt de maan rond het tijdstip van zonsopkomst (ca. 06.30 uur) proberen te vinden, heel laag in het oostzuidoosten.

Maximum van de Lyriden, een meteorenzwerm met het vluchtpunt (de radiant) in het zomersterrenbeeld Lyra (de Lier). De stofjes die je in de aardse dampkring ziet verdampen zijn afkomstig van komeet Thatcher. Er zitten vaak wat grotere ruimtesteentjes bij, die heldere vuurbollen kunnen veroorzaken. De omstandigheden zijn ideaal: er is geen storend maanlicht. Je hebt wel een donkere waarnemingsplek nodig, en veel geduld.

Nieuwe Maan (04.26 uur).

Vanaf ca. 22.30 uur zie je laag in het westnoordwesten een samenstand van de smalle maansikkel en de ster Aldebaran in het sterrenbeeld Stier (links van de maan). Een flink stuk hoger aan de hemel schittert de heldere planeet Venus.

Wijde samenstand van de maansikkel en de planeet Venus, aan de avondhemel. Bekijk het tweetal vanaf 22.00 uur, in het westnoordwesten.

Rechts van de bijna halfverlichte maan zie je de sterren Castor en Pollux in het sterrenbeeld Tweelingen. Kijk rond 23.00 uur, hoog boven de westelijke horizon.

Eerste Kwartier (22.38 uur).