Twaalf sterrenbeelden spelen aan de sterrenhemel een heel bijzondere rol. Dat zijn de sterrenbeelden van de Dierenriem. Iedereen heeft er wel eens van gehoord: Ram, Stier, Tweelingen, Kreeft, Leeuw, Maagd, Weegschaal, Schorpioen, Boogschutter, Steenbok, Waterman en Vissen.
De sterrenbeelden van de Dierenriem liggen in een brede strook aan de hemel, die de aarde als een soort gordel of riem lijkt te omspannen. Ze zijn natuurlijk nooit alle twaalf tegelijk zichtbaar - altijd bevindt de helft van de Dierenriem zich onder de horizon. Maar in de loop van een jaar komen alle twaalf sterrenbeelden een keer in beeld, waarbij sommige overigens opvallender zijn dan andere.
De Dierenriem bestaat trouwens niet uit louter dieren: de Tweelingen, de Maagd en de Waterman zijn mensfiguren, en de Boogschutter is eigenlijk een centaur: half paard en half mens. De Weegschaal is helemaal een vreemd element in de Dierenriem: het is het enige levenloze voorwerp.
De Dierenriemsterrenbeelden zijn zo belangrijk omdat alle bewegende hemellichamen (zon, maan en planeten) zich altijd in een van deze twaalf sterrenbeelden bevinden. De maan staat nooit in de Grote Beer; Mars of Jupiter vinden we nooit in het Zuiderkruis, en de zon zal nooit in de richting van de Zwaan gezocht moeten worden. Altijd houden deze hemellichamen zich in een van de twaalf Dierenriemsterrenbeelden op.
Hoe dat komt is gemakkelijk te begrijpen. De aarde en de andere planeten draaien om de zon, terwijl de maan een baan om de aarde beschrijft. Al die banen liggen min of meer in hetzelfde platte vlak. Wanneer we een kaart van het zonnestelsel tekenen op een groot vel papier, zouden zon, maan en planeten zich allemaal in of vlak bij dat platte vlak ophouden. Gezien vanaf de aarde zien we alle andere bewegende hemellichamen dus in één strook om ons heen. Kijken we vanaf de aarde ‘omhoog’ of ‘omlaag’, dus min of meer loodrecht op het vlak van het papier, dan zien we daar alleen ver verwijderde sterren, en geen hemellichamen uit ons eigen zonnestelsel.
De maan doet ongeveer vier weken over één omloop om de aarde. Dat betekent dat de maan in ruim twee dagen van het ene Dierenriemsterrenbeeld naar het andere schuift. De zon doet het veel langzamer. De aarde draait in één jaar tijd om de zon, en daardoor zien we de zon in de loop van een jaar een baan door de Dierenriem beschrijven. Elke maand staat de zon in een ander sterrenbeeld.
Toen een paar duizend jaar geleden de astrologie (sterrenwichelarij) tot ontwikkeling kwam, werd er veel waarde toegekend aan de plaats van de zon op het tijdstip van iemands geboorte. Wanneer je in de eerste helft van augustus werd geboren, stond de zon in het sterrenbeeld Leeuw. Je was dan ‘geboren onder het teken Leeuw’, en dat zou van invloed zijn op je persoonlijkheid.
Bijna iedereen kent wel zijn of haar ‘eigen’ sterrenbeeld, maar er zijn maar weinig mensen die hun sterrenbeeld ook wel eens daadwerkelijk aan de hemel hebben gezien. Dat lukt overigens niet op je eigen verjaardag: dan staat de zon juist in dat deel van de sterrenhemel, en is het sterrenbeeld dus niet zichtbaar. Een half jaar later staat de zon echter precies aan de andere kant van de hemel. De Leeuw moeten we dus niet in de eerste helft van augustus aan de hemel proberen te vinden, maar in de eerste helft van februari.
Daar komt nog bij dat de ligging van de Dierenriem in de afgelopen tweeduizend jaar is veranderd. Die ‘verschuiving’ van de Dierenriem wordt veroorzaakt door de zogeheten precessie - een trage kanteling van de draaiingsas van de aarde. Het gevolg is dat de zon tegenwoordig in de eerste helft van augustus niet in het sterrenbeeld Leeuw staat, maar in het sterrenbeeld Kreeft. En de beste zichtbaarheidsperiode voor de Leeuw is niet de maand februari, maar de maand maart.
Astrologen trekken zich overigens niets aan van die verschuiving. Zij werken niet met de ‘echte’ sterrenbeelden zoals die aan de hemel te zien zijn (die hebben ook allemaal verschillende afmetingen), maar met de tekens van de Dierenriem: twaalf gelijke stukken van de schijnbare baan die de zon in de loop van een jaar beschrijft. Mensen die tussen 21 juli en 21 augustus zijn geboren, worden nog steeds ‘Leeuwen’ genoemd.