Kort antwoord:
Stellaire zwarte gaten, superzware zwarte gaten, middelzware zwarte gaten en mogelijk microscopische zwarte gaten.
Langer antwoord:
Als een zware ster aan het eind van zijn leven explodeert als supernova, stort de kern van de ster ineen. Die kern heeft een massa van minimaal enkele zonsmassa's, maar krimpt in tot een middellijn van niet meer dan een paar kilometer. Het zwaartekrachtsveld van de ineengestorte sterkern is dan zo sterk dat de ontsnappingssnelheid hoger is dan de lichtsnelheid. De sterkern is veranderd in een zogeheten stellair zwart gat.
In de kernen van vrijwel alle sterrenstelsels bevinden zich de superzware zwarte gaten, met massa's van miljoenen of soms zelfs enkele miljarden zonsmassa's. Vermoedelijk dateren ze al uit de ontstaansperiode van het betreffende sterrenstelsel. Ze zijn ontstaan doordat grote hoeveelheden materie onder invloed van de zwaartekracht samentrokken. Superzware zwarte gaten kunnen groeien wanneer sterrenstelsels met elkaar in botsing komen en versmelten. De twee superzware zwarte gaten in de kernen van de stelsels zullen dan in veel gevallen namelijk ook versmelten.
Middelzware zwarte gaten hebben massa's van enkele honderden tot enkele tienduizenden zonsmassa's. Ze zijn vermoedelijk ontstaan door versmelting van meerdere sterren of van stellaire zwarte gaten. Ze lijken vooral voor te komen in compacte sterrenhopen.
Ten slotte zijn er de microscopische zwarte gaten, waarvan het bestaan echter nog niet is aangetoond. Die zouden tijdens de ontstaansperiode van het heelal zijn gevormd. Ze hebben de afmetingen van atoomkernen, maar zijn ongeveer zo zwaar als een planetoïde van enkele kilometers groot. Mogelijk vliegen er talloze van deze microscopische zwarte gaten door het heelal.