Kort antwoord:
De (volstrekt mysterieuze) energie die de versnellende uitdijing van het heelal veroorzaakt.
Langer antwoord:
De uitdijing van de ruimte wordt in principe afgeremd door de onderlinge zwaartekrachtswerking van alle materie in die ruimte. Die afremmende werking was kort na de oerknal, toen de gemiddelde materiedichtheid in het heelal veel hoger was dan nu, natuurlijk het sterkst. In de loop van de tijd moet die afremmende werking in kracht zijn afgenomen.
Metingen aan de geschiedenis van de uitdijingssnelheid van het heelal door twee onafhankelijk werkende teams van astronomen wezen in 1998 echter uit dat er momenteel geen sprake is van een afremmende werking, maar van een versnelling. Anders gezegd: het heelal dijt momenteel sneller uit dan een paar miljard jaar geleden.
De verklaring voor deze versnellende uitdijing wordt gezocht in de werking van een mysterieuze vacuümenergie, die als een soort antizwaartekracht werkt en waardoor de lege ruimte steeds sterker opzwelt. Metingen van de Europese ruimtetelescoop Planck wijzen uit dat ca. 68 procent van de totale materie/energie-inhoud van het heelal voor rekening komt van deze 'donkere energie', waarvan de ware aard een onopgelost raadsel is.
Ca. 27 procent van het heelal bestaat bovendien uit onbegrepen donkere materie. Slechts 5 procent bestaat uit 'gewone' atomen en moleculen, en daarvan is het grootste deel ook nog eens te koud en donker om waargenomen te worden.