Terug naar Vragen over het zonnestelsel

Waarom is Pluto geen planeet?

zonnestelsel
zonnestelsel

Kort antwoord:
Omdat hij deel uitmaakt van een zeer grote familie van ijsdwergen in de Kuipergordel.

Langer antwoord:
Pluto werd in 1930 ontdekt en door Amerikaanse astronomen gepresenteerd als de negende planeet in het zonnestelsel. Wel was meteen duidelijk dat het om een merkwaardig buitenbeentje ging: Pluto is veel kleiner dan alle andere planeten, en zijn baan rond de zon ligt sterk geheld en is bovendien erg elliptisch: gedurende een deel van zijn omloop bevindt Pluto zich zelfs op kleinere afstand van de zon dan Neptunus.

In 1992 werd buiten de baan van Neptunus nóg een klein, ijzig hemellichaam gevonden (1992 QB1 geheten), en kort daarna volgden steeds meer nieuw ontdekkingen. Al snel werd duidelijk dat er sprake is van een complete gordel van ijsdwergen - in feite een soort superkometen - met afmetingen van tientallen tot vele honderden kilometers. Het bestaan van zo'n kometengordel was halverwege de twintigste eeuw al voorspeld door de Nederlands-Amerikaanse planeetdeskundige Gerard Kuiper.

In 2005 werd de ijsdwerg Eris ontdekt, die vrijwel exact even groot is als Pluto - ruim tweeduizend kilometer in middellijn. Enkele andere grote ijsdwergen hebben afmetingen van meer dan 1500 kilometer. Het leek onlogisch om al die hemellichamen 'planeten' te noemen, omdat ze deel uitmaken van een grote familie, enigszins vergelijkbaar met de rotsachtige objecten in de planetoïdengordel, tussen de banen van Mars en Jupiter.

In augustus 2006, tijdens de driejaarlijkse algemene vergadering, besloot de Internationale Astronomische Unie dat Pluto niet langer als planeet door het leven kan gaan. Pluto, Eris, enkele andere grote ijsdwergen en de grootste planetoïde, Ceres, zijn nu officieel geclassificeerd als dwergplaneet. Net als 'echte' planeten bewegen ze in een baan rond de zon en zijn ze bcolvormig als gevolg van hun eigen zwaartekracht, maar in tegenstelling tot de acht planeten (Mercuris, Venus, de aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus) zijn ze niet groot genoeg om met hun zwaartekracht hun eigen baangebied 'schoon te vegen'.

Overigens was het niet voor het eerst dat een hemellichaam zijn planeetstatus verloor: de grote planetoïden Ceres, Pallas, Juno en Vesta gingen in de eerste helft van de negentiende eeuw ook als 'planeet' door het leven. Pas toen rond 1850 duidelijk werd dat er talloze planetoïden rond de zon cirkelen, werden ook de vier grote exemplaren opnieuw geclassificeerd: niet langer als planeet, maar als planetoïde.

Terug naar Vragen over het zonnestelsel