Warm gas in protoplanetary disks

Gerrit van der Plas is op 7 december 2010 gepromoveerd aan de Universiteit van Amsterdam op zijn onderzoek naar gas in protoplanetaire schijven.

Veel net gevormde sterren hebben een schijf om zich heen. Deze schijf bestaat voornamelijk uit gas, en komt voor in twee verschillen vormen: zogeheten "geopende" en "zichzelf overschaduwende" schijven. Gerrit van der Plas onderzocht het gas in het oppervlak van deze schijven, en haar verband met de schijfgeometrie.

Van der Plas heeft het gas in 14 van zulke schijven rond jonge sterren onderzocht via verschillende gasdiagnostieken, die elk uit een ander gebied van de schijf komen. Het blijkt dat de eigenschappen van het waargenomen gas sterk samenvallen met de schijfvorm: in zichzelf overschaduwende schijven komt de straling alleen van dichtbij de ster, waar de temperatuur erg hoog is. In de geopende schijven wordt het gas ook in de buitenschijf direct bestraald door de ster, dit zorgt ervoor dat hoewel het gas daar veel koeler is, het ook op grote afstand nog zichtbaar is. Vreemd genoeg komt de waargenomen straling in deze geopende schijven alleen van grote afstand. Door de waarnemingen te vergelijken met geavanceerde schijf modellen, vond hij een aanwijzing dat dit mogenlijk veroorzaakt wordt door de grootte van de stofkorrels in de schijven.

Dinsdag 7 december 2010, 10.00 uur
Anton Pannekoek Instituut, Universiteit van Amsterdam
Academiegebouw
Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam
Promotor: Prof.dr. L.B.F.M. Waters