Globular Clusters as Probes of the Evolutionary Histories of E/S0 Galaxies
Op 30 september 2011 is Ana L. Chies Santos gepromoveerd aan het Sterrekundig Instituut van de Universiteit Utrecht op haar onderzoek naar de evolutie van E/S0 sterrenstelsels aan de hand van bolvormige sterhopen.
Wanneer een groot aantal sterren wordt gevormd in een sterrenstelsel, vormen er ook altijd een aantal sterrenhopen. Dit zijn hopen van miljoenen sterren die bij elkaar gehouden worden door de zwaartekracht. Er zijn twee soorten sterrenhopen: open- en bolvormige sterrenhopen.
De veel oudere bolvormige sterrenhopen zijn ouder dan 10 miljard jaar, en ongeveer honderdduizend keer zo zwaar als de zon. Het zijn overblijfsels van de heftige stervorming in het vroege heelal. Daardoor bevatten ze een schat aan informatie over hun ouderlijk sterrenstelsel, en werpen licht op de vroege evolutie van sterrenstelsels. Bolhopen zitten in alle grote sterrenstelsels en kunnen tot op een afstand van ongeveer 300 miljoen lichtjaar bestudeerd worden.
In haar proefschrift maakt Ana Chies Santos gebruik van optische en nabij-infrarode (NIR) waarnemingen die vanaf 2007 zijn gedaan met de William Herschel Telescope op La Palma in Spanje en spectroscopische waarnemingen met de Very Large Telescope in Chili. Hierbij trachtte zij een licht te werpen op een aantal cruciale en omstreden onderwerpen rondom de leeftijd en metalliciteit (zware/lichte elementen ratio) van extra-galactische bolhopen.
Na samenvoeging van optische en NIR waarnemingen, en deze te vergelijke met modellen, komt ze op leeftijden die significant lager zijn dan de leeftijd van het heelal, voor alle bolhoop systemen. Deze leeftijden lijken ook in relatie te staan met de vorm van het ouderlijk sterrenstelsel. Zo hebben elliptische sterrenstelsels oude, en lenticulaire stelsels jongere bolhopen.
Een indicator voor de metaliciteit en evolutiestadia van sterren uit een bolhoop is de kleurverdeling. Door de kleurverdeling van de bolhopen voor zowel optische als NIR kleuren te bekijken kon een betere bepaling van deze eigenschappen plaatshebben. De spectroscopische waarnemingen bevestigen conclusies over leeftijden en metaliciteitsverdeling uit de literatuur, en zijn tevens consistent met eerder genoemde leeftijden.
Vrijdag 30 september 2011, 14.30 uur.
Sterrekundig Instituut, Universiteit Utrecht
Academiegebouw
Domplein 29, Utrecht
Promotoren:
Prof. dr. Christoph Keller
Dr. Søren Larsen