Dynamics of fine structure in the solar chromosphere
Op vrijdag 24 november promoveert de Utrechtse sterrenkundige Alfred de Wijn aan de Universiteit Utrecht op onderzoek van de atmosfeer van de zon. Een deel van zijn onderzoek richt zich op het doorgronden van de samenhang van de verschillende lagen van de zonsatmosfeer.
Uit satellietwaarnemingen uit 1998 en 1999 met de satelliet TRACE blijkt dat lagen, die zo veel hoogteverschil met elkaar hebben dat er geen verbinding tussen verwacht zou worden, zwak gecorreleerd gedrag vertonen. De analyse toont dat veranderingen in magnetisch zeer actieve gebieden, typisch in de buurt van zonnevlekken, in de lage chromosfeer van de zon ongeveer zeven minuten later gevolgd worden door een vergelijkbare verandering in het overgangsgebied.
De lage chromosfeer wordt voornamelijk gedomineerd door stromingen van de onderliggende fotosfeer. Het overgangsgebied wordt daarintegen gevormd vanuit de hoger gelegen corona. Niet alleen de vorming van de lagen is verschillend: in de lage chromosfeer zijn magneetvelden nog lang niet zo belangrijk in het bepalen van dynamica en structuur als in het overgangsgebied.
Hoewel de correlatie zwak is, is het vinden van enige correlatie opmerkelijk en verrassend. Het ligt voor de hand te concluderen dat dit fenomeen iets te maken heeft met coronale verhitting, en dat chromosferische en coronale verhitting aan elkaar gerelateerd zijn. Coronale verhitting treed namelijk het meeste op in dergelijke magnetisch actieve gebieden. Verhitting in de chromosfeer zou dan even later gevolgd worden door verhitting in de corona, waarna het overgangsgebied van boven wordt verhit door de hete corona.
Een dergelijke verbinding tussen de chromosfeer en de corona is een interessant gegeven voor modellen van chromosferische en coronale verhitting. Huidige modellen van coronale verhitting bevatten geen volwaardige chromosfeer of overgangsgebied. Nieuwe, gedetailleerde en realistische modellen van de zonsatmosfeer, van fotosfeer tot corona, zullen in de toekomst inzicht geven over welke processen zich afspelen die de waargenomen correlatie kunnen veroorzaken.
Promotie: 24 november 2006, Universiteit Utrecht
Promotoren: Prof.dr. Robert J.Rutten, Prof.dr. Christoph U.Keller
Copromotor: Dr. Bart de Pontieu
ISBN-10 90-3934377-2, ISBN-13 978-90-393-4377-7