Chemistry and kinematics of stars in Local Group galaxies
Giuseppina Battaglia
Giuseppina Battaglia promoveert op 7 september aan de Rijksuniversiteit Groningen op een onderzoek naar de verdeling en de chemische samenstelling van oude en jongere sterren in bolvormige dwergstelsels.
Bolvormige dwergsterrenstelsels (dSphs), de kleinste bekende stelsels, bevatten enorme hoeveelheden donkere materie en zijn heel oud. Ze kunnen ons daarom veel informatie geven over vroege sterformatie in het heelal. Aangezien dwergstelsels relatief eenvoudige objecten zijn, bieden ze een uitgelezen gelegenheid om te leren over stelselformatie en evolutieprocessen en hoe deze stervorming en chemische verrijking beïnvloeden.
Battaglia bestudeerde de eigenschappen van de opgeloste sterpopulaties van de Sculptor en Fornax dwergstelsels, satellieten van de Melkweg. Hiervoor is gebruik gemaakt van groothoek fotometrische en spectroscopische datasets van ESO/WFI en VLT/FLAMES.
Zij vond ruimtelijke variaties in de sterformatie en chemische verrijking geschiedenis van deze stelsels. Oude en metaalarme sterren zijn verspreid door deze stelsels, terwijl jongere en meer metaalrijke sterren voornamelijk in de centrale gebieden gevormd zijn. Dit suggereert dat het gas verwijderd is uit de buitenste regionen door supernova explosies en/of door getijde werking of gasdruk veroorzaakt door botsingen als gevolg van interacties met de melkweg. Uit het onderzoek blijkt dat het Sculptor dwergstelsel ongeveer tienmaal zo massief is als eerder werd gedacht en 160 keer meer donkere materie dan lichtgevende materie bevat.
Promotie, vrijdag 7 september 2007
Universiteit van Groningen
Promotor: prof.dr. E. Tolstoy
Link naar dit proefschrift
Giuseppina Battaglia promoveert op 7 september aan de Rijksuniversiteit Groningen op een onderzoek naar de verdeling en de chemische samenstelling van oude en jongere sterren in bolvormige dwergstelsels.
Bolvormige dwergsterrenstelsels (dSphs), de kleinste bekende stelsels, bevatten enorme hoeveelheden donkere materie en zijn heel oud. Ze kunnen ons daarom veel informatie geven over vroege sterformatie in het heelal. Aangezien dwergstelsels relatief eenvoudige objecten zijn, bieden ze een uitgelezen gelegenheid om te leren over stelselformatie en evolutieprocessen en hoe deze stervorming en chemische verrijking beïnvloeden.
Battaglia bestudeerde de eigenschappen van de opgeloste sterpopulaties van de Sculptor en Fornax dwergstelsels, satellieten van de Melkweg. Hiervoor is gebruik gemaakt van groothoek fotometrische en spectroscopische datasets van ESO/WFI en VLT/FLAMES.
Zij vond ruimtelijke variaties in de sterformatie en chemische verrijking geschiedenis van deze stelsels. Oude en metaalarme sterren zijn verspreid door deze stelsels, terwijl jongere en meer metaalrijke sterren voornamelijk in de centrale gebieden gevormd zijn. Dit suggereert dat het gas verwijderd is uit de buitenste regionen door supernova explosies en/of door getijde werking of gasdruk veroorzaakt door botsingen als gevolg van interacties met de melkweg. Uit het onderzoek blijkt dat het Sculptor dwergstelsel ongeveer tienmaal zo massief is als eerder werd gedacht en 160 keer meer donkere materie dan lichtgevende materie bevat.
Promotie, vrijdag 7 september 2007
Universiteit van Groningen
Promotor: prof.dr. E. Tolstoy
Link naar dit proefschrift