Zwarte gaten in verre sterrenstelsels in het vizier

Radio-sterrenstelsels op miljarden lichtjaren van de aarde blijken vaak een zwart gat als kern te hebben. Dit geeft extra steun aan de opvatting dat superzware zwarte gaten een cruciale rol speelden bij de vorming van sterrenstelsels in het vroege heelal. Dit blijkt uit de tot nu toe meest gedetailleerde opnamen ooit van verre radiostelsels. De nieuwe radio-beelden -drie maal scherper dan die van de Hubble ruimtetelescoop - geven een nieuwe kijk op wat in de kern van sommige sterrenstelsels gebeurt. De opnamen, gemaakt met het onlangs gemoderniseerde European Very Long Baseline Interferometry Network (EVN) zijn speciaal waardevol omdat ze dwars door het stof heen kijken dat optische telescopen het zicht belemmert.


De baanbrekende observaties zijn gedaan door een team van astronomen uit Europa en de Vernigde Staten. De radio-signalen zijn opgevangen door 9 telescopen verspreid over Europa. Zo onstond virtueel een extreem gevoelige telescoop met de afmetingen van een heel continent.



In dit experiment is het netwerk gericht op een klein stukje van de hemel waar geen heldere sterren of nabije sterrenstelsels staan, een 'kijkgat' naar het verre heelal. Dit schijnbaar onbetekenende stukje hemel staat bekend als de 'Hubble Deep field' sinds de Hubble ruimtetelescoop het bestudeerde en er duizenden verre sterenstelsels ontdekte.


Het team dat het initiatief nam voor de nieuwe radio-opnames staat onder leiding van dr. Michael Garrett van het Joint Institute for VLBI in Europe (JIVE), gevestigd in Dwingeloo, samen met drs. Simon Garrington en Tom Muxlow van het MERLIN National facility, Jodrell Bank Observatory in Groot Brittannie.



Ze vonden drie radiobronnen in een stukje hemel ter grootte van een zandkorrel op armslengte. Garrett: 'Een zo scherp en gevoelig beeld van zo'n groot stuk van de hemel is een primeur voor Very Long Baseline Interferometry (= het virtueel aan elkaar koppelen van radiotelescopen op grote afstand).'



Voor Simon Garrington en Tom Muxlow is de grootste verrassing dat de radiobronnen zo klein zijn, minder dan 600 lichtjaar in diameter. 'Dit duidt erop dat de radiostraling afkomstig is van een machtige 'centrale machine', aangedreven door een superzwaar zwart gat.' stelt Garrington. Astronomen dachten tot nu toe dat radiostraling van zulke verre sterrenstelsels afkomstig was van de talrijke supernova-restanten van zware, kortlevende sterren. In feite produceert deze snelle recycling van het oer-materiaal in het sterrenstelsel kosmisch stof dat zelf 'gloeit' in infra-rood licht, maar dat ondoordringbaar is voor alle straling behalve op radio- en submillimeter-golflengtes.




Nadere informatie:


Dr. Michael Garrett

Joint Institute for VLBI in Europe (JIVE)


Postbus 2

7990 AA Dwingeloo

the Netherlands.


garrett@jive.nl


Hoge resolutie beeldmateriaal





Meer informatie over EVN en JIVE