"Wat ik het interessantst vind, is de oranje gloed aan de randen van de afbeelding," zegt Jacco Vink (Universiteit van Amsterdam). "Die correspondeert met de gebieden waar volgens mijn eerdere analyse de schokgolf het snelst afremt."
Jacco Vink doet al jaren onderzoek naar 'Cas A'. Zo ontdekte hij in oktober 2022 dat de magneetvelden zich niet gedragen volgens de theorie. En in maart 2022 zag hij dat de binnenste resten niet netjes naar buiten bewegen.
Cassiopeia A
Cassiopeia A is het overblijfsel van een ontplofte ster in het sterrenbeeld Cassiopeia op ongeveer 11.000 lichtjaar van ons vandaan. Rond 1670 zou het licht van de explosie de aarde voor het eerst bereikt moeten hebben. Er bevond zich echter te veel gas en stof rond de ster om de ontploffing te zien met het blote oog of met de toen nog primitieve telescopen. De ontploffingsnevel van Cassiopeia A dijt gemiddeld met een snelheid van 4000 tot 6000 kilometer per seconde uit en heeft een temperatuur van ongeveer 30 miljoen graden Celsius. Cassiopeia A is nu zo'n 16 lichtjaar groot.
Tekst gaat verder na video.
MIRI-instrument
De nieuwe afbeelding is gemaakt met het deels Nederlandse MIRI-instrument op de James Webb-ruimtetelescoop. De kleuren op de afbeelding zijn niet de echte kleuren. Ze corresponderen met verschillende infraroodgolflengten.
Jacco Vink: "We vermoeden dat de oranje gebieden aan de noordkant, materiaal bevat van de sterwind dat duizenden jaren voor de explosie al naar buiten is geblazen. Het zijn waarschijnlijk stofdeeltjes die gaan gloeien doordat ze zich in het ijle hete gas bevinden. De kleine veegjes die op de afbeelding roze-achtig oplichten, zijn waarschijnlijk stofdeeltjes in klonterig gas van de supernova zelf. Wat de groene lange slierten in het centrale deel voorstellen, is nog niet duidelijk."
Werk in uitvoering
De afbeelding is gemaakt door een team onder leiding van Danny Milisavljevic (Purdue University, VS), Tea Temim (Princeton University, VS), Ilse De Looze (Universiteit Gent, België), en Joseph DePasquale (Space Telescope Science Institute, VS). Vanuit Nederland is Jacco Vink van de Universiteit van Amsterdam betrokken. De onderzoekers zijn bezig met de analyse en het bijbehorende wetenschappelijk artikel.
Bron: ESA/Hubble/Webb Information Center