Astronomen hebben met ESO’s Very Large Telescope voor verschillende tijdstippen het vroege heelal gepeild, terwijl dit doorzichtig werd voor ultraviolette straling. Die korte fase in de geschiedenis van het heelal – die het reïonisatietijdperk wordt genoemd – voltrok zich ongeveer dertien miljard jaar geleden. Nauwkeurig onderzoek van enkele van de verste sterrenstelsels die we kennen, heeft het team in staat gesteld om het chronologische verloop van de reïonisatie in kaart te brengen. Daaruit blijkt dat het reïonisatietijdperk korter heeft geduurd dan tot nu toe werd gedacht.
Een internationaal team van astronomen heeft de VLT als tijdmachine gebruikt, om terug te kijken in het vroege heelal en enkele van de verste sterrenstelsels die we kennen waar te nemen. Het is hen gelukt om de afstanden van de stelsels nauwkeurig te meten. Uit die metingen blijkt dat we deze stelsels zien zoals ze 780 miljoen tot een miljard jaar na de oerknal waren.
De nieuwe waarnemingen maken het mogelijk om de gebeurtenissen in het zogeheten reïonisatietijdperk [2] op een rijtje te zetten. Tijdens deze fase trok de mist van waterstofgas in het jonge heelal op, waardoor ultraviolet licht zich voor het eerst ongehinderd door de ruimte kon voortplanten.
De nieuwe resultaten, die zullen verschijnen in The Astrophysical Journal, zijn gebaseerd op een lange systematische zoektocht naar verre sterrenstelsels, die de afgelopen drie jaar met de VLT is uitgevoerd.
Meer foto's en informatie bij ESO