Door met ESO’s Very Large Telescope naar de maan te kijken, hebben astronomen bewijzen gevonden voor leven in het heelal – op aarde namelijk. Het ‘ontdekken’ van leven op onze thuisplaneet klinkt als een triviale onderneming, maar de nieuwe aanpak van een internationaal team zou in de toekomst kunnen leiden tot de ontdekking van leven elders in het heelal. Het onderzoek staat beschreven in een artikel dat op 1 maart 2012 in het tijdschrift Nature verschijnt.
"We gebruikten een truc die aardlicht-waarneming heet, om naar de aarde te kijken alsof hij een exoplaneet was", zegt Michael Sterzik (ESO), eerste auteur van het artikel. "De zon verlicht de aarde en dit licht wordt weer naar het oppervlak van de maan weerkaatst. Het maanoppervlak fungeert als een reusachtige spiegel en weerkaatst op zijn beurt weer wat aardlicht terug naar ons – en dat is wat we met de VLT hebben waargenomen."
De astronomen analyseren het zwakke aardlicht om naar indicatoren te zoeken, zoals bepaalde combinaties van gassen in de aardatmosfeer, die kenmerkend zijn voor organisch leven. Dankzij deze werkwijze kan de aarde straks als maatstaf dienen bij de zoektocht naar leven op planeten buiten ons zonnestelsel.
De ‘vingerafdrukken’ van leven, ook wel biosignaturen genoemd, zijn met conventionele methoden moeilijk te vinden, maar het team heeft een nieuwe aanpak ontwikkeld die gevoeliger is. De astronomen hebben niet alleen gekeken naar hoe helder het weerkaatste licht in verschillende kleuren is, maar ook naar de polarisatie ervan – een aanpak die spectropolarimetrie wordt genoemd. Door deze techniek toe te passen op het aardlicht dat met de VLT is waargenomen, komen de biosignaturen in het door de aarde weerkaatste licht duidelijk tot uiting.
Coauteur Stefano Bagnulo (Armagh Observatory, Noord-Ierland, VK) legt de voordelen uit: "Het licht van een verre exoplaneet verbleekt bij de heldere gloed van de moederster, en is dus moeilijk te analyseren – een beetje alsof je een stofkorreltje vlak naast een felle gloeilamp probeert te onderzoeken. Maar het licht dat een planeet weerkaatst is gepolariseerd, terwijl het licht van de moederster dat niet is. Polarimetrische technieken kunnen ons dus helpen om het zwakke weerkaatste licht van een exoplaneet van het verblindende sterlicht te onderscheiden".
Het team onderzocht zowel de kleur als de mate van polarisatie van licht van de aarde dat door de maan wordt weerkaatst, en behandelde de resultaten alsof het licht van een exoplaneet betrof. Het lukte de astronomen om daaruit af te leiden dat de aardatmosfeer deels bewolkt is, dat een deel van het oppervlak met oceanen is bedekt en – niet onbelangrijk – dat er vegetatie aanwezig is. Ze konden zelfs de veranderingen in het wolkendek en de hoeveelheid vegetatie detecteren, die optraden doordat steeds weer andere delen van de aarde licht naar de maan weerkaatsten.
"Het vinden van leven buiten het zonnestelsel is van twee dingen afhankelijk: het feit of er überhaupt leven is, en de technische mogelijkheid om het te detecteren", voegt coauteur Enric Palle (Instituto de Astrofísica de Canarias, Tenerife, Spanje) toe. "Dit onderzoek is een belangrijke stap op weg naar het bereiken van die mogelijkheid."
"Spectropolarimetrie kan ons uiteindelijk wellicht vertellen of elders in het heelal eenvoudig plantaardig leven – gebaseerd op fotometrische processen – is ontstaan", concludeert Sterzik. "Maar we zijn zeker niet op zoek naar ‘groene mannetjes’ of bewijs voor intelligent leven."
De volgende generatie telescopen, waaronder de E-ELT (European Extremely Large Telescope), zou in staat kunnen zijn om ons het buitengewone nieuws te brengen dat de aarde niet de enige oase van leven is in de uitgestrektheid van de ruimte.
Meer op de ESO-website