Met deze eenvoudige 'Hollandse kijker', een buis met twee lenzen, kon Prins Maurits vanuit Den Haag op de kerktoren van Delft aflezen hoe laat het was. Prins Maurits en enkele hoge diplomaten, die bij elkaar waren voor onderhandelingen voor het Twaalfjarig bestand in de Tachtigjarige oorlog, zagen meteen het militaire belang van deze uitvinding.
Ondanks de grote belangstelling voor zijn uitvinding kreeg Lipperhey geen patent, omdat de vinding te makkelijk na te maken was en het instrument al bij anderen bekend zou zijn. Zo maakte bijvoorbeeld ook Zacharias Jansen, een andere Middelburger en bijna buurman van Lipperhey, aanspraak op de uitvinding. Hoewel het patent werd afgewezen, was het de start van de wereldwijde verspreiding van wat wij later de telescoop zullen noemen.
De telescoop heeft grote invloed gehad op de ontwikkeling van de wetenschap en het wereldbeeld van mensen sinds de 17e eeuw. In 1609 hoorde Galileo Galilei van Lipperhey's uitvinding en hij bouwde zijn eigen telescoop. Galilei richtte voor het eerst een telescoop op de hemel en leverde het bewijs waarmee de gangbare, deels door de kerk opgelegde, opvatting dat de aarde het centrum was van het heelal werd weerlegd.
In het kader van '400 jaar telescoop' worden er vele activiteiten georganiseerd. In de en op de website inventionofthetelescope.eu staan overzichten van alle activiteiten.
Het document waarop de patentaanvraag van Lipperhey vermeld staat.