De gloednieuwe NASA-satelliet 'Swift', gebouwd om gammaflitsen te ontdekken, werd op 27 december volledig verblind. Een enorme gammaflits schoot van achteren dwars door de hele satelliet en afscherming naar de gammadetectoren, die gedurende een deel van een seconde totaal verblind werden. Als deze flits in zichtbaar licht was geweest dan zou hij korte tijd helderder zijn geweest dan de volle maan. Het is de helderste gammaflits ooit waargenomen. Het gammaflitsteam van de Universiteit van Amsterdam onder leiding van professor Ralph Wijers werd onmiddellijk gewaarschuwd. In overleg met medewerkers van de Stichting Astronomisch Onderzoek Nederland (ASTRON) schakelden zij de Nederlandse radiotelescoop in Westerbork in om de naweeen van deze enorme gebeurtenis te bestuderen. Ook vele andere radiotelescopen in de wereld werden ingezet onder andere door Dr. Mike Garrett, directeur van het Europese radiotelescopen netwerk JIVE in Dwingeloo.
Dankzij deze waarnemingen hebben de astronomen het verhaal van een unieke explosie van een heel bijzonder object kunnen achterhalen. De schuldige was namelijk al bekend bij sterrenkundigen onder de naam SGR 1806-20. (SGR staat voor 'Soft Gamma Repeater' (SGR) ofwel zachte gammaflikkeraar). SGR 1806-20 staat op 50.000 lichtjaar afstand in de buurt van het centrum van ons Melkwegstelsel. Van deze 'Soft Gamma Repeater' (SGR) zijn er vijf bekend. Ze worden gekenmerkt doordat ze perioden hebben waarin ze flitsen gammastraling afgeven. Die perioden worden afgewisseld met vele jaren waarin ze geen teken van activiteit vertonen. Een heel enkele keer geven ze een superflits af, die meer dan honderd keer feller is dan de normale flitsen. Tot nu toe zijn er slechts twee van gezien, eentje in 1979 en eentje in 1998. De flits van 27 december is de derde. Hij heeft dezelfde eigenschappen als de vorige superflitsen, maar met een groot verschil: hij is nog eens honderd keer zo fel.
SGR's zijn een zeldzaam soort neutronensterren. Een neutronenster is een zeer compacte bal materie, zo groot als Amsterdam maar met evenveel massa als de zon. Neutronensterren zijn het restant van een heel zware ster als die aan het eind van zijn leven ontploft als een supernova. Deze neutronsterren kunnen heel hard ronddraaien om hun as en hebben een heel sterk magneetveld. Het magneetveld van zo'n pulsar is wel duizend miljard maal zo sterk als dat van de aarde. Maar er zijn neutronensterren bekend met een magneetveld dat nog eens duizend keer sterker is. Neutronensterren met zo'n gigantisch magneetveld heten 'magnetars'. Er zijn er ruim tien ontdekt en vijf daarvan zijn SGRs. De energie van de uitbarstingen van een SGR komt uit het sterke magneetveld, dat daardoor elke keer iets zwakker wordt. Van de normale uitbarstingen kan een SGR er zeer veel maken, maar de superflits van 27 december was zo sterk dat zelfs een magnetar dat maar heel zelden kan doen.
Tijdens de uitbarsting slingerde de magnetar ook een hoop materiaal de ruimte in. Dit materiaal verwijdert zich met de enorme snelheid van 100.000 kilometer per seconde, een derde van de lichtsnelheid, van de magnetar. Het is zeer heet en bevat ook magnetische velden. Door de combinatie van magneetveld en heet materiaal zendt het radiostraling uit. De Westerbork Synthese Radiotelescoop en andere radiotelescopen in de wereld meten die radiostraling en zien het uitgestoten materiaal nagloeien en uitzetten. Zo'n steeds groter wordende wolk heet gas is nog niet eerder zo bij een gammaflits gezien. Ook is het oplichten van het gas uit de ruimte zichtbaar waar het door het weggeslingerde materiaal wordt geraakt en verhit. Uit de grootte en helderheid van deze radionevel kunnen de astronomen afleiden hoeveel energie er zit in het uitgestoten materiaal. Dit blijkt nog eens zoveel te zijn als in de gammastraling zelf.
Het gammaflitsteam van de Universiteit van Amsterdam
prof.dr. Ralph A.M.J. Wijers
rwijers@science.uva.nl
tel: 20-5257488/7491
JIVE in Dwingeloo
Dr. Mike Garret
garrett@jive.nl
tel: +31 (0)621-201417 of mobiel: +31-(0)521-596500
Animaties van NASA: