Naast de ongeveer een miljoen objecten die nooit met een telescoop zijn waargenomen, bevat de database bijna vier miljoen objecten die niet eerder op radiogolflengten waren bekeken.
Voor het verwerken van de 3500 uur aan waarnemingen van een kwart van de noordelijke sterrenhemel zijn krachtige computers in heel Europa gebruikt. De waarnemingen nemen 8 petabytes aan schijfruimte in beslag, ofwel 8.000 terabyte. Dat is te vergelijken met 8.000 losse harde schijven van elk een terabyte of met 20.000 laptops die elk een harde schijf hebben van 400 gigabyte. Meer informatie over het project, de database en het onderzoek om de database te testen staat op internet.
"Dit project was spannend om aan te werken," zegt astronoom Timothy Shimwell van ASTRON en de Universiteit Leiden. "We zijn blij dat we deze gegevens nu openbaar kunnen maken."
Bron: Uitgebreid nieuwsbericht in het Engels en Nederlands op de website van ASTRON