Bij de ESO-sterrenwacht op Paranal, in het noorden van Chili, is een nieuw instrument in gebruik genomen: de Next-Generation Transit Survey (NGTS). Hiermee wordt naar exoplaneten gezocht die – vanaf de aarde gezien – voor hun moederster langs trekken en daarbij het licht van de ster enigszins verzwakken. De nieuwe faciliteit is gericht op de ontdekking van planeten ter grootte van Neptunus en kleiner, met diameters van twee tot acht keer die van de aarde.
De Next-Generation Transit Survey (NGTS) is een waarnemingssysteem met een groot beeldveld, bestaande uit een opstelling van twaalf telescopen die elk een opening van 20 centimeter hebben [1]. Deze nieuwe faciliteit, gebouwd door een Brits/Zwitsers/Duits consortium, maakt deel uit van de ESO-sterrenwacht op Paranal in het noorden van Chili, waar de waarnemingsomstandigheden uitstekend zijn en voortreffelijke ondersteunende faciliteiten ter beschikking staan.
‘We hadden een plek nodig waar veel heldere nachten zijn en de lucht transparant en droog is, zodat we zo vaak mogelijk heel nauwkeurige metingen kunnen doen – Paranal was verreweg de beste optie,’ zegt Don Pollasco van de Universiteit van Warwick (VK), een van de leiders van het NGTS-project.
De NGTS is ontworpen om autonoom te werken. Het systeem zal voortdurend de helderheden van honderdduizenden relatief heldere sterren aan de zuidelijke hemel in de gaten houden. Om de gezochte planeetovergangen te kunnen detecteren moeten de sterhelderheden tot op één promille nauwkeurig worden gemeten – iets wat met nog geen enkele andere groothoek-surveytelescoop op aarde is gelukt [2].
Deze grote nauwkeurigheid bij het meten van sterhelderheden over een groot beeldveld vergt veel van de techniek. Daarom zijn alle sleuteltechnologieën die nodig zijn voor de NGTS getest met een kleiner prototype van het systeem, dat in 2009 en 2010 op het Canarische eiland La Palma in bedrijf was. De NGTS borduurt ook voort op het succes van het SuperWASP-experiment, dat tot nu toe een voorsprong heeft bij de detectie van grote gasplaneten.
Meer informatie op de Nederlandstalige ESO-pagina's