Een nieuwe meettechniek van het SPEX-instrument maakt het mogelijk om cruciale informatie over de invloed van fijnstof op het klimaat en op de gezondheid te verzamelen. De meettechniek is nauwkeurig genoeg om fijnstofeigenschappen te bepalen vanaf de grond en de ruimte. Dit concludeert de Leidse sterrenkundige Gerard van Harten in zijn proefschrift dat hij op 8 december zal verdedigen aan de Universiteit Leiden.
Fijnstofdeeltjes zijn de grootste bron van onzekerheid binnen klimaatmodellen. Hun precieze invloed - ze kunnen het klimaat zowel opwarmen als afkoelen - is nog onbegrepen. Door de hoeveelheid, typische grootte en samenstelling te bepalen kunnen onderzoekers hun invloed beter in kaart brengen. Soortgelijke karakterisatie is ook nodig om de effecten van fijnstof op de gezondheid te onderzoeken.
Van Harten heeft een nieuwe techniek ontwikkeld om de verstrooiing van licht door de deeltjes - polarisatie - te meten. Deze techniek combineerde hij met een aantal kleine glasplaatjes waardoor het instrument relatief goedkoop is te bouwen en te lanceren vanwege zijn lage gewicht. Daarbij bleek uit zijn onderzoek dat het eerste prototype meteen voldeed aan de strenge eisen voor een klimaatmissie. Van Harten: "Vergeleken met de huidige satellietinstrumenten is SPEX vele malen nauwkeuriger. Dit is een enorme sprong voorwaarts. Ik kijk uit naar de resultaten van het SPEX-instrument dat zal meevliegen op een onderzoeksvliegtuig van NASA."
De meetprincipe dat Van Harten heeft ontwikkeld wordt ook toegepast in de sterrenkunde. Door metingen te doen aan de verstrooiing van licht kunnen astronomen de chemische samenstelling van de atmosfeer van planeten rond andere sterren dan de zon bepalen.