Op 1 december is de vermaarde Nederlandse astronoom Adriaan Blaauw na een kort ziekbed overleden. Blaauw speelde een sleutelrol bij de oprichting van de Europese Zuidelijke Sterrenwacht (ESO) in Chili, en was van 1968 tot 1974 achtereenvolgens wetenschappelijk directeur en algemeen directeur van deze organisatie. Vervolgens was hij van 1976 tot 1979 president van de Internationale Astronomische Unie (IAU).
Adriaan Blaauw werd in 1914 in Amsterdam geboren en studeerde sterrenkunde in Leiden onder befaamde wetenschappers als Willem de Sitter, Ejnar Hertzsprung en Jan Hendrik Oort. Zijn doctorsgraad behaalde hij aan het Kapteyn Laboratorium in Groningen.
Tijdens zijn wetenschappelijke carrière hield Blaauw zich onder meer bezig met zogeheten OB-associaties - groepen van jonge, hete sterren. Hij vond de oorzaak van de opvallend grote snelheid waarmee sommige van deze sterren door de ruimte bewegen. Blaauw stelde voor dat zo'n 'wegloopster’ oorspronkelijk lid was geweest van een dubbelster, waarvan de andere ster als supernova was ontploft.
Blaauw ging in 1981 met pensioen, maar is altijd actief gebleven. Zo heeft hij veel energie gestoken in het organiseren van de historische archieven van de ESO en de IAU.
Tijdens zijn leven zag Adriaan de sterrenkunde onherkenbaar veranderen. De uitdijing van het heelal, evolutie van melkwegstelsels, de afstandsschaal, sterevolutie, sterpopulaties, quasars en vele andere verschijnselen werden ontdekt of verklaard tijdens zijn leven. Observatoria in de ruimte, radiotelescopen en computers verschenen gedurende dezelfde periode en werden steeds krachtiger, evenals de optische telescopen, ook die van ESO. Begin 2010 bezocht Adriaan de Very Large Telescope op Cerro Paranal nogmaals om met eigen ogen de vooruitgang te zien - naar verluidt was de twinkeling in zijn ogen wanneer hij de astronomen vroeg over hun waarnemingen, onveranderd.
Adriaan Blaauw is 96 jaar oud geworden.