Mariska Kriek (Leiden, 1979) studeerde sterrenkunde aan de Universiteit Leiden, waar ze in augustus 2003 haar doctoraalexamen behaalde. Van 2003 tot 2007 deed ze promotieonderzoek naar de evolutie van sterrenstelsels in het jonge heelal. Op grond van haar proefschrift werd ze door de faculteit Wis- en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden uitgeroepen tot ‘Onderzoeker van het jaar 2007’. Haar promotores waren Prof. dr. M. Franx (Leiden) en Prof. Dr. P.G. van Dokkum (Yale University). Momenteel is Mariska Kriek werkzaam als H.N. Russell Fellow aan het Department of Astrophysical Sciences van Princeton University, VS.
De jury, die dit jaar bestond uit Prof. dr. G.K. Miley (voorzitter), Prof. dr. ir. J.A.M. Bleeker, Prof. dr. E.P.J. van den Heuvel en Prof. dr. R.T. Schilizzi, selecteerde unaniem de dissertatie van Kriek uit alle nominaties door Nederlandse onderzoekscholen en universiteiten.
In haar bekroonde proefschrift bestudeerde Kriek de eigenschappen van vergelegen sterrenstelsels in het ‘vroege’ heelal. Gedurende drie jaar deed Dr. Kriek een groot aantal waarnemingen in het nabij-infrarood met grote astronomische telescopen, waaronder de Gemini Telescoop en de Very Large Telescoop in Chili, een van de beste plekken ter wereld om verre sterrenstelsels aan de rand van het waarneembare heelal te bestuderen. Deze spectroscopie is moeilijk, omdat de aardatmosfeer zeer helder is en het licht van de sterrenstelsels overstraalt. Kriek is de eerste ter wereld die de straling van sterlicht van deze sterrenstelsels heeft gemeten.
Haar belangrijkste resultaat is de ontdekking dat veel sterrenstelsels op zo’n elf miljard lichtjaar afstand voornamelijk uit oude sterren bestaan en al vroeger in de geschiedenis van het heelal gevormd lijken te zijn dan tot dusver was aangenomen. Het blijkt, zeer verrassend, dat praktisch alle sterrenstelsels dezelfde kleur hebben, een zogenaamde ‘red sequence’, welbekend voor sterrenstelsels in het nabije universum, maar nog niet eerder gedetecteerd in het vroege heelal. Deze constatering is van groot belang, omdat het aantoont dat deze sterrenstelsels veel eerder zijn gevormd. Kriek presenteerde ook modellen die de kleuren kunnen verklaren.
De Christiaan Huygens Wetenschapsprijs, die bestaat uit een belastingvrij geldbedrag van € 10.000, een oorkonde en een bronzen beeltenis van Christiaan Huygens, wordt sinds 1998 jaarlijks toegekend aan een onderzoeker die in een recent verdedigde dissertatie een belangrijke, bij voorkeur ook maatschappelijk relevante bijdrage aan de wetenschap heeft geleverd. De jury, samengesteld door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), kent de prijs toe aan de wetenschapper wiens dissertatie als beste wordt beoordeeld van alle proefschriften in het betreffende wetenschapsgebied die in de vier jaren voor de toekenning aan Nederlandse onderzoekscholen en universiteiten zijn verdedigd.
De Christiaan Huygens Wetenschapsprijs wordt uitgereikt in vijf wetenschapsgebieden, die zich mede door het werk van Christiaan Huygens (1629-1695) hebben kunnen ontwikkelen, te weten: Actuariaat en econometrie, Theoretische en toegepaste natuurkunde, Ruimtewetenschappen, Informatie- en communicatietechnologie en Economische wetenschappen. Jaarlijks staat afwisselend een van deze wetenschapsgebieden centraal. Dit jaar is dat Ruimtewetenschappen. De prijs beoogt onder meer de contacten tussen universiteiten en bedrijfsleven te bevorderen en de instroom van studenten in de bètawetenschappen positief te beïnvloeden.
Mariska Kriek ontvangt de Christiaan Huygens Wetenschapsprijs 2008 uit handen van minister Plasterk van OCW (credit: Stichting Christiaan Huygensprijs/ESA)
Mariska Kriek op Mauna Kea, Hawaii