Een team van ASTRON-astronomen en technici heeft met succes signalen van de hemel ontvangen met de eerste drie complete stations van de nieuwe LOFAR-radiotelescoop. Hiermee is aangetoond dat de nieuwe telescoop werkt zoals hij moet werken.
De antennes van deze eerste LOFAR-stations waren gericht op Cygnus A, een radio-melkwegstelsel met een groot zwart gat in het midden. De signalen van deze radiobron hebben een lange weg afgelegd voor ze in Dwingeloo aankwamen: door de ruimte, door de dampkring van de aarde, via de LOFAR-antennes en via het glasvezelnetwerk waarmee ze verbonden zijn met de IBM BlueGene supercomputer van de Rijksuniversiteit Groningen, kwamen ze na een reis van 600 miljoen jaar aan in Dwingeloo. Hoewel de signalen maar door een paar LOFAR-stations waren opgevangen, waren de beelden die de astronomen in Dwingeloo ontvingen goed.
Dr. Michiel Brentjens, één van de astronomen bij ASTRON: "Dit lijkt misschien vanzelfsprekend, maar er moeten erg veel dingen goed gaan, als je dit voor elkaar wilt krijgen. Als er één onderdeel in de keten niet werkt, krijg je ook geen juiste gegevens op je scherm. Het is te vergelijken met het bereiken van het hoogste punt bij het bouwen van een huis: voor het eerst werken alle onderdelen succesvol met elkaar samen als een geheel. Het huis is echter nog niet af: het is nu zaak om alles verder af te werken. Hetzelfde moet nu met LOFAR gebeuren".
ASTRON persbericht