Op deze frappante nieuwe opname van de ESO-sterrenwacht op La Silla in Chili steekt een verzameling jonge sterren af tegen een achtergrond van wolken van gloeiend gas en banden van stof. De sterrenhoop zelf, bekend als NGC 3293, was ongeveer tien miljoen jaar geleden ook weinig meer dan een wolk van gas en stof, maar is nu veranderd in een heldere familie van sterren. Sterrenhopen als deze zijn kosmische laboratoria die astronomen in staat stellen om meer te weten te komen over de levensloop van sterren.
Deze schitterende sterrenhoop, NGC 3293, bevindt zich op 8000 lichtjaar van de aarde in het sterrenbeeld Kiel. De sterrenhoop werd in 1751 voor het eerst opgemerkt door de Franse astronoom Nicolas-Louis de Lacaille, toen deze in het huidige Zuid-Afrika verbleef. Hij gebruikte daarbij een telescoopje met een opening van slechts twaalf millimeter. Niet voor niets is NGC 3293 een van de helderste sterrenhopen aan de zuidelijke hemel: tijdens een donkere nacht is hij al met het blote oog te zien.
Sterrenhopen als deze bestaan uit sterren die vrijwel gelijktijdig uit één en dezelfde wolk van gas en stof zijn ontstaan. Daardoor hebben de sterren dezelfde chemische samenstelling en zijn ze even ver van de aarde verwijderd. Dat maakt een sterrenhoop als NGC 3293 tot een ideaal object om sterevolutietheorieën te toetsen.
De sterrenhoop is minder dan 10 miljoen jaar oud, en zijn sterren dus ook. Als je bedenkt dat onze zon, een ster van middelbare leeftijd, 4,6 miljard jaar oud is, zijn het naar kosmische maatstaven dus nog baby’s. Open sterrenhopen zoals NGC 3293 en bijvoorbeeld de bekendere Kappa Crucis-sterrenhoop, ook bekend als de Juwelendoos of NGC 4755, zijn rijk aan heldere, blauwe, jonge sterren.
Elk van deze open sterrenhopen is ontstaan uit een reusachtige wolk van moleculair gas, en hun sterren worden bijeengehouden door hun onderlinge zwaartekrachtsaantrekking. Maar deze kracht is niet sterk genoeg om de sterrenhoop te beschermen tegen nabije ontmoetingen met andere sterrenhopen en gaswolken. Daarbij wordt het gas en stof uit de sterrenhoop verdreven en beginnen de afzonderlijke sterren te zwermen. Hierdoor bestaan open sterrenhopen, anders dan hun grote verwanten, de bolvormige sterrenhopen die miljarden jaren stand kunnen houden, slechts een paar honderd miljoen jaar.
Hoewel er aanwijzingen zijn dat er in NGC 3293 nog steeds enige stervorming plaatsvindt, wordt vermoed dat de meeste, zo niet alle, van de vijftig sterren van deze sterrenhoop gelijktijdig zijn geboren. Maar hoewel deze sterren dus ongeveer even oud zijn, ogen ze niet allemaal meer even jeugdig: sommige lijken al flink op leeftijd te zijn. Dat biedt astronomen de gelegenheid om te onderzoeken hoe en waarom de ene ster sneller veroudert dan de andere.
Neem bijvoorbeeld de heldere oranje ster rechts onderin de sterrenhoop. Deze kolossale ster, een rode reus, was bij zijn geboorte waarschijnlijk een van de grootste en helderste van zijn familie. Maar heldere sterren branden snel op. Terwijl de ster zijn brandstof opmaakte veranderden de dynamische processen in zijn inwendige en begon hij op te zwellen en af te koelen: hij werd de rode reus die we nu waarnemen. Rode reuzen naderen het einde van hun levenscyclus, maar de broertjes van deze ster hebben nog niet eens de zogeheten hoofdreeks bereikt – de lange, stabiele fase in het leven van een ster. We zien deze sterren op het toppunt van hun bestaan: heet, helder en wit afstekend tegen een rode, stofrijke achtergrond.
Deze opname is gemaakt met de Wide Field Imager (WFI) van de 2,2-meter MPG/ESO-telescoop van de ESO-sterrenwacht op La Silla in het noorden van Chili.
Meer informatie en afbeeldingen op de Nederlandstalige ESO-website.