Snelle radioflitsen (Engels: fast radio bursts – FRB’s) zijn onvoorspelbare, extreem korte lichtflitsen uit de ruimte. Astronomen proberen ze al te begrijpen sinds ze in 2007 voor het eerst werden ontdekt. Tot nu toe zijn ze alleen gezien door radiotelescopen. Elke flits duurt slechts een duizendste van een seconde. Toch zendt elke flits evenveel energie uit als de zon in een dag afgeeft. Elke dag zijn er wel enkele honderden flitsen, over de hele hemel. De meeste bevinden zich op grote afstand van de aarde in sterrenstelsels op miljarden lichtjaren afstand. Slechts enkele zijn tot nu toe waargenomen.
In twee artikelen die deze week gelijktijdig in Nature en Nature Astronomy verschijnen, presenteert een internationaal team van astronomen waarnemingen die de wetenschappers een stap dichter bij de oplossing van het mysterie brengen, terwijl ze ook nieuwe raadsels opwerpen. Het team wordt geleid door Franz Kirsten (Chalmers, Zweden, en het Nederlands instituut voor radioastronomie ASTRON, Nederland) en Kenzie Nimmo (ASTRON en Universiteit van Amsterdam).
Dichtbij maar verrassende locatie
Het team traceerde de repeterende uitbarstingen naar de rand van het nabijgelegen spiraalvormige sterrenstelsel Messier 81 (M 81), op ongeveer 12 miljoen lichtjaar afstand van de aarde. Daarmee is dit de dichtstbijzijnde bron van FRB’s ooit gevonden. De ontdekking had nog een verrassing in petto: de locatie kwam precies overeen met de plek waar zich een bolvormige sterrenhoop bevindt, een dichte cluster van zeer oude sterren.
"Het is verbazingwekkend om snelle radioflitsen te vinden in een bolvormige sterrenhoop. Dit is een plek in de ruimte waar je alleen oude sterren vindt. Verderop in het heelal zijn snelle radioflitsen gevonden op plaatsen waar sterren veel jonger zijn. Dit moest iets anders zijn," zegt Franz Kirsten.
De wetenschappers vermoeden dat de bron van de radioflitsen een object is dat wel is voorspeld, maar nog nooit eerder gezien: een magnetar die is gevormd nadat een witte dwergster onder zijn eigen gewicht was ingestort.
Veel sterren in sterrenhopen vormen dubbelsterren. Enkele naderen elkaar zo dicht dat de ene ster materiaal van de andere aantrekt. Zodra een van de witte dwergen genoeg extra massa van zijn begeleider heeft opgevangen, eindigt de ster zijn leven als een neutronenster. “Dat komt zelden voor, maar in een cluster van oude sterren is het de eenvoudigste manier om snelle radioflitsen te veroorzaken", zegt teamlid Mohit Bhardwaj van de McGill University in Canada.
Tekst gaat verder onder afbeelding