Een internationaal team van astronomen, onder wie Saskia Hekker van de Universiteit van Amsterdam, is erin geslaagd veranderingen in de helderheid van meer dan 500 zonachtige sterren te meten. Het resultaat wordt beschreven in de editie van Science van 8 april. Het is de derde publicatie in korte tijd in een gezaghebbend wetenschappelijk tijdschrift over asteroseismologische resultaten van de Kepler ruimtetelescoop.
Kepler heeft als het ware een ‘concert’ van sterren beluisterd. Sterren zoals onze zon hebben natuurlijke trillingen die te vergelijken zijn met de trillingen in een muziekinstrument. De toonhoogte van een instrument vertelt bijvoorbeeld hoe groot het instrument is: een groter instrument heeft een lagere toon dan een klein instrument. De stertrillingen zijn niet echt te horen, maar waar te nemen als heel kleine veranderingen in de helderheid van de sterren. Deze veranderingen zijn kleiner bij minder heldere sterren, zoals lichte zonachtige sterren. Voor heldere sterren, zoals rode reuzen (sterren die aan het eind van hun leven zijn gekomen) zijn de veranderingen in de helderheid door de natuurlijke trillingen groter en daardoor gemakkelijker waar te nemen.
Dr. Bill Chaplin van de Universiteit van Birmingham, UK, die het internationale team leidt, vertelt: “Voordat we gebruik konden maken van de Kepler-telescoop hadden we de oscillaties in ongeveer 20 zonachtige sterren gemeten. Dat we dat nu voor meer dan 500 sterren hebben kunnen doen, met een ongekende precisie, biedt veel perspectief.”
“We kunnen nu van 500 zonachtige sterren via deze asteroseismologische metingen de afmeting en massa berekenen”, zegt coauteur Saskia Hekker van de Universiteit van Amsterdam. “Zo kunnen we de theoretische modellen testen en bovendien krijgen we een idee hoe de zon er in het verleden uitzag en er in de toekomst uit zal zien.” "Er lijken bijvoorbeeld meer lichte sterren te zijn, dan op basis van de theorie kan worden verwacht."
Meer informatie over de Kepler-missie