Astronomen van ESO hebben de beste opname tot nu toe gemaakt van de vreemde nevels rond de sterrenhoop NGC 3572. De nieuwe foto laat zien hoe deze wolken van gas en stof door de sterrenwinden van de verzameling hete, jonge sterren tot grillige bellen, bogen en ‘slurven’ zijn gemodelleerd. De helderste sterren van deze sterrenhoop zijn aanzienlijk zwaarder dan de zon en zullen hun korte leven afsluiten met een supernova-explosie.
De meeste sterren worden niet in hun eentje geboren, maar ontstaan samen met vele soortgenoten ongeveer gelijktijdig uit één en dezelfde wolk van gas en stof. NGC 3572, in het zuidelijke sterrenbeeld Kiel, is een van die sterrenhopen. Hij is rijk aan hete, jonge, blauwwitte sterren die helder stralen en krachtige sterrenwinden produceren die het resterende gas en stof in de omgeving geleidelijk wegblazen. De gloeiende gaswolken en de bijbehorende sterrenhoop zijn het onderwerp van een nieuwe opname van de Wide Field Imager van de 2,2-meter MPG/ESO-telescoop van de ESO-sterrenwacht op La Silla in Chili.
Onderaan de foto is nog een groot gedeelte te zien van de moleculaire wolk waaruit de jonge sterren zijn voortgekomen. Hij is ernstig aangetast door de krachtige straling die zijn gloeiende kroost uitzendt. De straling geeft het gas niet alleen een karakteristieke gloed, maar geeft de wolken ook verbluffend gecompliceerde vormen, zoals bellen, bogen en de donkere zuilen die astronomen olifantsslurven noemen.
Een vreemde structuur die op deze opname is vastgelegd, is de kleine ringvormige nevel iets boven het midden van de foto. Astronomen weten nog niet precies hoe deze is ontstaan. Waarschijnlijk is dit een overblijfsel van de moleculaire wolk waaruit de sterrenhoop is ontstaan, mogelijk een bel van gas rond een zeer heldere, hete ster. Maar sommige onderzoekers denken dat het wel eens een vreemd gevormde planetaire nevel zou kunnen zijn – het restant van een stervende ster.
De sterren van een sterrenhoop mogen dan broertjes zijn, tweelingen zijn het niet. Ze hebben vrijwel dezelfde leeftijd, maar verschillen in grootte, massa, temperatuur en kleur. De levensloop van een ster wordt grotendeels bepaald door zijn massa. Elke sterrenhoop bevat daardoor sterren in allerlei levensstadia, wat deze objecten tot perfecte laboratoria voor het onderzoek van de evolutie van sterren maakt.
Groepen jonge sterren als deze blijven maar relatief kort bij elkaar – doorgaans enkele tientallen tot honderden miljoenen jaren. Door onderlinge zwaartekrachtsinteracties raken ze langzaam ontbonden. Ook de zwaarste sterren, die snel door hun brandstof heen raken en hun leven met een hevige supernova-explosie afsluiten, dragen bij aan de verdrijving van gas en sterren uit de sterrenhoop.
Meer infomatie en afbeeldingen op de Nederlandstalige ESO-pagina's