De gamma- en röntgenstraling van de uitbarsting geven nieuw inzicht in de manier waarop straalstromen met materiaal worden versneld en zelfs twintig stofwolken in ons sterrenstelsel hebben verlicht. Maar er blijft een mysterie: de overblijfselen van de ontplofte ster die de gammaflits veroorzaakte, lijken spoorloos te zijn verdwenen.
GRB 221009A, zoals de flits wordt genoemd, werd voor het eerst gemeld toen het Neil Gehrels Swift Observatory röntgenstraling detecteerde op 9 oktober 2022. De bron bleek zich in onze Melkweg te bevinden, niet ver van het galactische centrum. Meer gegevens van Swift en de Fermi Gamma-Ray Space Telescope suggereerden echter al snel dat hij veel verder weg stond. Waarnemingen met het X-shooter-instrument op ESO's Very Large Telescope in Chili, onder leiding van Daniele Bjørn Malesani van de Radboud Universiteit, wezen de uitbarsting vervolgens toe aan een veel verder weg gelegen sterrenstelsel dat zich toevallig achter het onze bevindt. "De uitbarsting vond plaats op twee miljard lichtjaar afstand, maar voor een gammaflits is dat in onze achtertuin. Zo'n krachtige uitbarsting, zo dichtbij - dat is zeldzaam", zegt Malesani.
Het feit dat de gammaflits van twee miljard lichtjaar afstand kwam betekent dat hij uitzonderlijk helder moet zijn geweest. "Het verschil tussen een typische uitbarsting en deze is ongeveer hetzelfde als het verschil tussen de gloeilamp in je woonkamer en de schijnwerpers in een voetbalstadion," zegt Andrew Levan van de Radboud Universiteit, die de NASA/ESA James Webb Space Telescope gebruikte op zoek naar de nasleep van de explosie.
Statistisch gezien komt een gammaflits zo helder als GRB 221009A slechts eenmaal in vele duizenden jaren voor. Het is misschien wel de helderste uitbarsting van gammastraling sinds het begin van de menselijke beschaving. Uit berekeningen blijkt dat de gammaflits gedurende enkele seconden ongeveer een gigawatt aan energie in de bovenste atmosfeer van de aarde heeft gebracht. Dat is het equivalent van de energieproductie van een aardse elektriciteitscentrale. "Er werd zoveel gamma- en röntgenstraling uitgezonden dat de ionosfeer van de aarde erdoor werd geprikkeld,” aldus Erik Kuulkers, ESA-projectwetenschapper voor Integral, een van de telescopen die de gammaflits heeft gedetecteerd.
Een grote hoeveelheid gegevens van totaal verschillende instrumenten wordt nu samengebracht om te begrijpen hoe de oorspronkelijke explosie heeft plaatsgevonden, en hoe de straling op zijn reis door de ruimte heeft ingewerkt op andere materie. Eén gebied dat al resultaten heeft opgeleverd, is de manier waarop de röntgenstraling stofwolken in de Melkweg heeft verlicht. De straling heeft ongeveer twee miljard jaar door de intergalactische ruimte gereisd voordat hij de Melkweg binnenkwam. Ongeveer 60.000 jaar geleden kwam de straling de eerste stofwolk tegen en ongeveer 1000 jaar geleden de laatste.
Telkens wanneer de röntgenstraling een stofwolk tegenkwam, verstrooide deze een deel van de straling, waardoor concentrische ringen ontstonden die zich naar buiten leken uit te breiden. ESA's XMM-Newton heeft deze ringen enkele dagen na de gammaflits waargenomen. De dichtstbijzijnde wolken leverden de grootste ringen op, simpelweg doordat ze door het perspectief groter lijken.
Een Italiaans team heeft stofwolken geanalyseerd en vergeleken met bestaande modellen. Ze ontdekten dat één model de ringen bijzonder goed reproduceerde. In dit model bestonden de stofkorrels voornamelijk uit grafiet, een kristallijne vorm van koolstof. Zij gebruikten hun gegevens ook om de röntgenstraling van de gammaflits zelf te reconstrueren, omdat dat specifieke signaal door geen enkel instrument rechtstreeks werd waargenomen.
Maar het blijft een mysterie welk object explodeerde en de gammaflits veroorzaakte. Levan en collega's gebruikten Webb om te zoeken naar de nasleep van de explosie - en vonden niets. "Dat is vreemd," zegt hij, "en het is niet helemaal duidelijk wat het betekent. Het zou kunnen dat de ster zo zwaar was dat na de eerste explosie meteen een zwart gat is ontstaan. Dat zou het materiaal dat normaalgesproken de gaswolk zou vormen die bekend staat als een supernovarestant, kunnen hebben opgeslokt.”
Er is dus veel vervolgwerk te doen. Astronomen zullen blijven zoeken naar de overblijfselen van de ontplofte ster. Ze zullen onder andere op jacht gaan naar sporen van zware elementen zoals goud, waarvan ze denken dat die bij zulke zware explosies ontstaan.