Onderzoekers uit de informatica, wiskunde, meteorologie, materiaalbouw en de natuur- en sterrenkunde hebben gezamenlijk een oplossing gevonden voor hun grote behoefte aan rekenvermogen. De interdisciplinaire groep onderzoekers heeft voor de bouw van een revolutionaire supercomputer, die ‘Little Green Machine’ gaat heten, een subsidie van 110.000 euro toegekend gekregen van NWO.
Het rekentuig zal kleiner zijn dan enige andere supercomputer in Nederland maar met een rekenkracht vergelijkbaar met de grootste supercomputers. Tevens zal het apparaat minder elektriciteit verbruiken dan andere supercomputers. Arjen Doelman (MI en Lorentz Center, Leiden) zegt hierover: "We willen graag heel grote sommen maken, maar dat mag niet meer ten koste gaan van het milieu."
Het ontwerp is gebaseerd op het aaneenschakelen van PC's die worden uitgerust met grafische kaarten. De computers zullen met elkaar communiceren via een supersnelle internetverbinding, en een totale rekencapaciteit opleveren van ca. 64 biljoen (64.000.000.000.000) berekeningen per seconde (64 TFlop/s); dit is vergelijkbaar met de snelheid van ongeveer 20.000 PC's.
Projectleider Lex Wolters (LIACS, Leiden) zegt: "20.000 PC's verbruiken meer elektriciteit dan 500 huishoudens, en dan moet je ze natuurlijk nog ergens plaatsen. Ons ontwerp is heel compact, je zou de machine gemakkelijk op je zolderkamer thuis kunnen neerzetten. Je electriciteitsrekening gaat er wel van omhoog, maar zal niet verdubbelen".
De grafische kaarten (GPU's) die in het ontwerp worden gebruikt worden doorgaans toegepast voor het versnellen van grafische toepassingen zoals gebeurt bij het spelen van computerspelletjes. Maar de wetenschappers zullen deze rekenkracht gebruiken om gecompliceerde berekeningen uit te voeren voor het beter begrijpen van onder meer de interactie tussen wind en wolken, de structuur van de allerkleinste deeltjes en botsingen tussen sterrenstelsels.
Simon Portegies Zwart (Sterrewacht, Leiden) heeft hoge verwachtingen van de machine: "We moeten hem natuurlijk eerst nog bouwen en programmeren, maar daarna kunnen we in meer detail dan ooit tevoren de structuur van de Melkweg doorrekenen. Hiermee kunnen we onze concurrenten een stap voor blijven."
De naam van het rekentuig is gekozen in verband met zijn lage energieverbruik, kleine afmetingen, en met een knipoog naar de door Jocelyn Bell Burnell in 1967 ontdekte radiopulsar, die LGM-1 werd genoemd.
Meer informatie