De universitaire sterrenkunde in Nederland staat in de top van de astronomische wereldranglijst. Deze conclusie komt naar voren uit een recente evaluatie van de Nederlandse Onderzoekschool voor Astronomie (NOVA) en de astronomische instituten van de Universiteit van Amsterdam, Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Leiden en Radboud Universiteit in Nijmegen.
De evaluatie is uitgevoerd door een internationale commissie van topexperts in opdracht van de Colleges van Bestuur van de betrokken universiteiten. NOVA en de vier instituten samen kregen de beoordeling “exemplarisch” met de uitleg dat zij samen behoren tot de vijf topinstituten in de astronomie op een wereldwijde schaal.
NOVA is het enige programma wereldwijd dat erin geslaagd is om alle universitaire astronomen nationaal te verenigen in een coherent onderzoeks- en instrumentatieprogramma, inclusief de opleiding van promovendi, publieksvoorlichting, en valorisatie. De commissie geeft aan dat de Nederlandse astronomie in de wereld vooroploopt in nieuwe en grensverleggende onderwerpen in de sterrenkunde, zoals de evolutie van sterrenstelsels in het vroege heelal, de eerste bepaling van de lengte van een dag op een exoplaneet, en de astrofysische interpretatie van de eerste zwaartekrachtsgolven. Dit succes is mede te danken is aan de sterke link met de ontwikkeling en toepassing van nieuwe waarneeminstrumenten voor de European Southern Observatory (ESO) en de Atacama Large Millimeter/submillimeter Array (ALMA).
Daarnaast roemt de commissie de innovatieve wijze waarop de publieksvoorlichting over sterrenkunde wordt aangepakt en jonge mensen worden geïnspireerd voor de bètavakken. Technologische spin-offs zoals het omgaan met big data, en citizen science projecten zoals het meten van fijnstof in de aardatmosfeer, kregen ook waardering. NOVA en de participerende instituten hebben in 2010 en in 2014 eenzelfde beoordeling gekregen. De sterrenkunde is blijkbaar in staat om de leidende rol op wereldschaal voor langere tijd te consolideren.
De commissie doet ook een aantal aanbevelingen, waaronder het aanscherpen van het management van grote instrumentatieprojecten, het opzetten van een langere-termijnstrategie voor publieksvoorlichting en het vergroten van de diversiteit van de staf. Stabiele lange-termijnfinanciering van NOVA is essentieel om de positie in de wereldtop te behouden, zo schrijft de commissie. Dit geldt met name voor de ontwikkeling en bouw van astronomische instrumenten die nieuwe ontdekkingen mogelijk maken maar een doorlooptijd van 15 jaar of meer vergen.
Het NOVA-instrumentatieprogramma richt zich in het bijzonder op instrumenten voor ESO’s Extremely Large Telescope (ELT), die rond 2025 in gebruik zal worden genomen en dan het grootste ‘oog’ zal zijn dat ooit op de hemel is gericht. NOVA is de leider van het Europese consortium dat het ELT-METIS-instrument maakt, een camera en spectrometer in het mid-infrarode deel van het spectrum, in het bijzonder geschikt om te zoeken naar tekenen van leven in de atmosfeer van aardachtige exoplaneten. De organisatie en financiering van NOVA dienen op zulke langdurige projecten aangepast te worden wanneer Nederland een leidende rol wil blijven spelen in de mondiale astronomie, zo adviseert de commissie.
De Universiteit Leiden – de penvoerder van NOVA – hoopt dat deze aanpassingen zullen worden gerealiseerd. Rector magnificus en voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Leiden Carel Stolker: “Ik ben trots op de Nederlandse sterrenkundigen dat ze door nationale samenwerking zo’n grote internationale impact kunnen maken. Ik hoop dat de universiteiten en politiek gezamenlijk gaan optrekken om de Nederlandse sterrenkunde aan de wereldtop te houden. Er staan ons nog zo veel prachtige ontdekkingen te wachten.”