In Nederland zijn twee onderzoeksinstituten (ASTRON en NOVA) en twee internationale partnerinfrastructuren (de internationale LOFAR-telescoop en JIVE-ERIC) bij het netwerk betrokken.
Naarmate de kennis over het heelal toeneemt, hebben astronomen steeds meer behoefte aan een reeks complementaire technieken om astronomische verschijnselen te analyseren en te begrijpen. Daarom heeft de Europese Unie besloten de optische en radionetwerken OPTICON en RadioNet, die hun respectieve gemeenschappen in de afgelopen twintig jaar met succes hebben gediend, samen te brengen.
Met een financiering van 15 miljoen euro uit het H2020-programma zal de Europese astronomiegemeenschap nu profiteren van de vorming van Europa's grootste astronomienetwerk op de grond: de OPTICON-RadioNet PILOT (ORP), dat een twintigtal telescopen en telescooparrays samenbrengt.
Het ORP-netwerk is bedoeld om de waarnemingsmethoden en -instrumenten voor optische en radioastronomie-instrumenten op de grond te harmoniseren en onderzoekers toegang te geven tot een breder scala van faciliteiten, voortbouwend op het succes en de ervaring van de OPTICON- en RadioNet-netwerken.
Het nieuwe programma zal het voor de astronomiegemeenschap gemakkelijker maken om toegang te krijgen tot deze infrastructuren, en voorzien in trainingen voor de volgende generaties sterrenkundigen.
Het ORP zal met name de ontwikkeling bevorderen van het snelgroeiende gebied van de zogeheten multimessenger-astronomie, waarbij gebruik wordt gemaakt van een breed scala van golflengten, alsmede van zwaartekrachtgolven, kosmische straling en neutrino's. Het wegnemen van barrières tussen gemeenschappen door het harmoniseren van waarnemingsprotocollen en analysemethoden in het optische en het radiodomein zal astronomen in staat stellen beter samen te werken bij het waarnemen en volgen van voorbijgaande en veranderlijke astronomische gebeurtenissen.
Het ORP-project steunt NOVA/UL bij de ontwikkeling van een speciale waarnemingsmodus voor het (gedeeltelijk door NOVA gebouwde) ESO VLT-interferometer (VLTI)-instrument MATISSE dat nauwkeurigere waarnemingen voor zwakke bronnen mogelijk zal maken, waardoor het aantal toegankelijke astronomische objecten zal worden uitgebreid. Het zal ook een lokaal knooppunt financieren van het nieuwe transnationale VLTI-expertisecentrum dat gebruikers deskundige ondersteuning zal bieden bij de analyse van hun VLTI-gegevens.
Astronomen uit 15 Europese landen, Australië en Zuid-Afrika, alsmede 37 instellingen, hebben zich al aangesloten bij het ORP-consortium. Het wordt gecoördineerd door het CNRS, dat verschillende optische en radiotelescopen beheert en eraan bijdraagt.