Deze intrigerende nieuwe foto, gemaakt met ESO's Very Large Telescope, toont de groen oplichtende planetaire nevel IC 1295 rond een zwakke, stervende ster op zo'n 3300 lichtjaar afstand in het sterrenbeeld Schild (Scutum). Het is de meest gedetailleerde foto die ooit van dit object is genomen.
Sterren ter grootte van de zon eindigen hun leven als kleine, zwakke witte dwergsterren. Wanneer ze de definitieve stap naar hun pensioen maken worden hun atmosferen de ruimte in geslingerd. Gedurende enkele tienduizenden jaren worden ze omringd door spectaculaire en kleurrijke gloeiende wolken van geïoniseerd gas, die bekend staan als planetaire nevels.
Deze nieuwe opname van de VLT toont de planetaire nevel IC 1295, die zich bevindt in het sterrenbeeld Schild (Scutum). De nevel heeft de ongebruikelijke eigenschap dat hij wordt omringd door meerdere schillen, waardoor hij op een micro-organisme lijkt onder een microscoop, waarbij de lagen corresponderen met de membranen van een cel.
De zeepbellen zijn gemaakt van gas dat eerst de atmosfeer van de ster vormde. Het gas is naar buiten gedreven door instabiele fusiereacties in de kern van de ster, die plotselinge energie-uitstoten veroorzaakten, als enorme thermonucleaire boeren. Het gas baadt in sterke ultravioletstraling van de ouder wordende ster, die het gas laat gloeien. Verschillende chemische elementen gloeien met verschillende kleuren, en het spookachtige groen dat overheerst in IC 1295 komt van geïoniseerd zuurstof.
In het midden van de afbeelding is het opgebrande restant te zien van de sterkern als een heldere blauw-witte stip in het hart van de nevel. De centrale ster zal een zeer zwakke witte dwerg worden en over vele miljarden jaren langzaam afkoelen.
Sterren met de massa van de zon en tot acht keer die van de zon vormen planetaire nevels wanneer ze in de laatste fase van hun leven komen. De zon is 4,6 miljard jaar oud en zal waarschijnlijk nog 4 miljard jaar leven.
Al doet de naam het vermoeden, planetaire nevels hebben niets te maken met planeten. De term werd gebruikt bij enkele vroegere ontdekkingen vanwege de visuele gelijkenis van deze ongewone objecten met de buitenplaneten Uranus en Neptunus, zoals die werden gezien door telescopen uit die tijd. De naam was aansprekend genoeg om te blijven voortbestaan. De objecten zagen eruit als gloeiend gas in spectroscopische observaties in de 19e eeuw.
De foto is gemaakt door ESO's Very Large Telescope, die op de berg Paranal staat in de Noord-Chileense Atacama-woestijn, met het FORS-instrument (FOcal Reducer Spectrograph).
Het plaatje is samengesteld uit opnames met drie verschillende filters: een die blauw licht doorlaat (blauw), een die zichtbaar licht doorlaat (groen) en een die rood licht doorlaat (rood).
Meer afbeeldingen en een video op de Nederlandstalie ESO-website