In Londen vindt woensdag 9 mei de officiële overdracht plaats van het Mid InfraRed Instrument (MIRI) door ESA aan NASA. Het instrument is een camera en spectrometer voor de James Webb Space Telescope (JWST), die zo gevoelig is dat hij een kaarsje kan zien op een Jupiter-maantje. MIRI zal worden verscheept naar NASA’s Goddard Space Flight Center, waar het wordt geïntegreerd met de drie andere instrumenten aan boord van de JWST. MIRI is ontworpen en gebouwd onder leiding van het Verenigd Koninkrijk in samenwerking met een aantal Europese partners, waaronder de Nederlandse Onderzoekschool voor Astronomie (NOVA).
De Europese PI van MIRI, Gillian Wright van het Britse STFC’s Astronomy Technology Centre, is trots op deze mijlpaal: “Het is fantastisch dat we als eersten een van de vier instrumenten van de JWST hebben opgeleverd. We kunnen nu uitzien naar de wetenschappelijke resultaten van MIRI, zodra de JWST (de opvolger van de Hubble Ruimtetelescoop) is gelanceerd.”
MIRI opereert in het infrarood op een golflengte van 5 tot 28 micron en kan dwars door stofwolken heenkijken, waardoor kleine, zwakke objecten in groot detail kunnen worden bestudeerd. Waarnemen op deze golflengte vergt een aantal technologische hoogstandjes, omdat het in de ruimte plaatsvindt onder vacuum bij -266,5 graden Celsius, dicht bij het absolute nulpunt. Daarvoor heeft MIRI een apart koelingsysteem nodig.
MIRI is het afgelopen jaar uitgebreid getest op het Rutherford Appleton Laboratory in Engeland onder 'ruimte'-omstandigheden. Ruim drie maanden is er 24 uur per dag in shifts gemeten door een groot team uit Europa en de VS, inclusief Nederlandse astronomen. De analyse van de testgegevens hebben laten zien dat MIRI heel goed werkt en klaar is voor het wetenschappelijke werk in de ruimte.
De Nederlandse co-PI van MIRI, Ewine van Dishoeck, is opgetogen over de mogelijkheden die MIRI biedt. “Met MIRI kunnen we een heel scala aan spannende projecten uitvoeren op onderwerpen waarin Nederland uitblinkt: stervorming in verre sterrenstelsels, de structuur van protosterren, planeetvorming in schijven rond jonge sterren, en de samenstelling van atmosferen van exoplaneten. Dankzij de Nederlandse investering heeft MIRI een spectrometer die deze studies mogelijk maakt."
Projectleider Rieks Jager voegt daaraan toe: “dankzij de ervaring die de enthousiaste NOVA-IR groep bij ASTRON in Dwingeloo had opgebouwd bij de ontwikkeling van de belangrijkste infrarood-instrumenten voor de grootste aardse telescopen zijn we in staat geweest om dit instrument binnen de gestelde tijd en binnen budget in samenwerking met TNO en het Nederlandse Instituut voor Ruimteonderzoek in te leveren”.
Nederland bouwde eerder mee aan de spectrometer van de Infrared Space Observatory en het VISIR-instrument op ESO’s Very Large Telescope. Volgens de Nederlandse deputy-PI Bernhard Brandl was deelname in MIRI een logische vervolgstap omdat optimaal gebruik kon worden gemaakt van de technische expertise die ons land in de afgelopen 25 jaar heeft opgebouwd op het gebied van cryogene instrumentatie. “Het heeft er ook voor gezorgd dat Nederland een leidende rol heeft in de ontwikkeling en de bouw van het mid-infraroodinstrument METIS voor ESO’s European Extremely Large Telescope (E-ELT), de grootste optische/infraroodtelescoop ter wereld.”