"Onze waarneming vormt een momentopname van een planetenstelsel dat enigszins lijkt op ons zonnestelsel, maar dan in een veel vroeger stadium", zegt Alexander Bohn, promovendus aan de Universiteit Leiden. Hij gaf leiding aan het nieuwe onderzoek.
Astronomen hebben indirect al duizenden planeten in ons Melkwegstelsel gedetecteerd, maar slechts een fractie van deze exoplaneten is rechtstreeks in beeld gebracht. Coauteur Matthew Kenworthy (Universiteit Leiden): "Rechtstreekse opnamen van twee of meer exoplaneten bij dezelfde ster zijn zelfs nog zeldzamer. Tot nu toe was dat slechts tweemaal gelukt. In beide gevallen ging het om sterren die duidelijk verschillen van onze zon."
Sterrenbeeld Vlieg
De twee planeten zijn op de nieuwe opname te zien als twee heldere lichtpunten op ruime afstand van hun moederster TYC 8998-760-1. De ster is slechts zeventien miljoen jaar oud en staat op ongeveer driehonderd lichtjaar van de aarde in de richting van het zuidelijke sterrenbeeld Musca (Vlieg). Door verschillende opnamen op verschillende tijdstippen te maken, kon het team deze planeten onderscheiden van de achtergrondsterren.
Lees verder onder de video van de omloopbanen.
Impressie van de omloopbanen van de twee exoplaneten bij TYC 8998-760-1. Deze animatie toont de omloopbanen van de beide exoplaneten, vergeleken met de omvang van de omloopbaan van Pluto. (c) ESO/L.Calçada/spaceengine.org
SPHERE-instrument
De twee gasreuzen draaien op afstanden van ongeveer 160 en 320 maal de afstand zon-aarde om hun moederster. Daarmee zijn ze veel verder van hun ster verwijderd dan Jupiter en Saturnus van onze zon. Jupiter staat op vijfmaal de afstand zon-aarde. Saturnus op tienmaal de afstand zon-aarde. De beide exoplaneten zijn ook veel zwaarder dan die in ons eigen zonnestelsel. De buitenste heeft zes keer zoveel massa als Jupiter. De binnenste veertien keer zoveel.
De sterrenkundigen gebruikten het SPHERE-instrument op de Very Large Telescope in de Chileense Atacama-woestijn. SPHERE is mede in Nederland ontwikkeld. Het instrument schermt het licht van de ster af met behulp van een zogeheten coronagraaf. Daardoor worden planeten zichtbaar. Het gaat dan vooral om jonge, warme planeten die helder oplichten in infraroodlicht.
In de toekomst willen de wetenschappers onderzoeken of de planeten op de huidige afstanden van hun ster zijn ontstaan of dat ze van elders zijn gemigreerd.
Wetenschappelijk artikel
Two Directly Imaged, Wide-orbit Giant Planets around the Young, Solar Analog TYC 8998-760-1. Door: Alexander J. Bohn (Sterrewacht Leiden, Universiteit Leiden), Matthew A. Kenworthy (Sterrewacht Leiden), Christian Ginski (Anton Pannekoek Instituut voor Astronomie, Universiteit van Amsterdam, en Sterrewacht Leiden), Steven Rieder (University of Exeter, Physics Department, VK), Eric E. Mamajek (Jet Propulsion Laboratory, California Institute of Technology, VS, en Department of Physics & Astronomy, University of Rochester, VS), Tiffany Meshkat (IPAC, California Institute of Technology, VS), Mark J. Pecaut (Rockhurst University, Department of Physics, VS), Maddalena Reggiani (Instituut voor Sterrenkunde, KU Leuven, België), Jozua de Boer (Sterrewacht Leiden), Christoph U. Keller (Sterrewacht Leiden), Frans Snik (Sterrewacht Leiden) en John Southworth (Keele University, VK). Geaccepteerd voor publicatie in The Astrophysical Journal Letters (kopie voor de media).
Deze opname toont de ster TYC 8998-760-1 en de twee reuzenplaneten die haar begeleiden. Het is voor het eerst dat astronomen meer dan één planeet rechtstreeks hebben waargenomen bij een ster die vergelijkbaar is met onze zon. De opname is gemaakt door het licht van de jonge, zonachtige ster (linksboven) af te schermen met behulp van een coronagraaf, waardoor de zwakkere planeten (midden en rechtsonder) makkelijker te detecteren zijn. De heldere en donkere ringen rond de ster zijn optische artefacten. (c) ESO/Bohn et al.
Dit persbericht is een bewerkte versie van het persbericht van de ESO, de Europese Zuidelijke Sterrenwacht.