Geregeld zijn er in Nederland sterbedekkingen door kleine planeten zichtbaar. Een handjevol fanatieke amateurastronomen doet deze waarnemingen, die een grote wetenschappelijke waarde hebben. Het waarnemen is vanaf de aarde gezien de nauwkeurigste manier om de afmetingen van kleine planeten te bepalen. Bij een aantal waarnemers is het zelfs mogelijk de contour van deze objecten te bepalen, iets dat met de grootste telescopen op aarde alleen maar bij de grotere objecten lukt.
Dinsdagmorgen 20 maart nam Harrie Rutten, voorzitter van de KNVWS Werkgroep Sterbedekkingen en tevens voorzitter van de Werkgroep Kleine Planeten, vanuit zijn sterrenwacht een sterbedekking waar van de kleine planeet 44 Nysa. In tegenstelling tot wat normaal het geval is dat een ster plotseling verdwijnt om enkele seconden later weer even zo plotseling tevoorschijn te komen, was bij deze waarneming de wederverschijning getrapt. De bedekte ster TYC 6273-01033-1 verdween om 6h 04m 53,67s achter 44 Nysa. Om 6h 04m 55,75s kwam de ster weer tevoorschijn, maar niet op volle lichtsterkte als vóór de bedekking. Dat vond pas plaats om 5h 05m 00,03s. (Tijdstippen volgen uit een voorlopige reductie.)
Dit verschijnsel toont aan dat 44 Nysa of een behoorlijke asymmetrische pindavorm moet hebben of een zeer nauwe dubbele kleine planeet is. Dit laatste wordt gesuggereerd door P. Tanga e.a. in hun artikel 'Astroid observations with the Hubble Space Telescope FGS', gepubliceerd in Astronomy & Astrophysics 2003 pag. 733-741. In dat artikel wordt op basis van helderheidsmetingen met de Hubble Space Telescope verondersteld dat Nysa een dubbele kleine planeet is met een grote en een kleine component die geheel of nagenoeg tegen elkaar liggen. Het is mogelijk dat de kleine component zo klein is, dat de lichtkegel van de ster ter plekke van de kleine planeet een grotere diameter heeft dan het object zelf, waardoor de ster dan partieel bedekt wordt. Rutten deed de waarneming onder moeilijke omstandigheden met een telescoop met een opening van 356 mm en een brandpuntsafstand van 1190 mm. De gebruikte camera was een Watec 120N, een zeer lichtgevoelige astronomische videocamera. Hij moest allerlei trucs uithalen om de ster ten opzichte van de hemel te kunnen blijven zien, zij het met een zeer zwak contrast.
Helaas hebben andere waarnemers te veel last gehad van het ochtendgloren of bewolking zodat er geen tweede waarneming is om die van Rutten te bevestigen.
De planetoïde 44 Nysa draait in een baan in de planetoïdengordel tussen de planeten Mars en Jupiter. Hij is in 1857 ontdekt. De omvang van de planetoïde werd tot nog toe geschat op ongeveer 65 bij 67 bij 113 km met een onnauwkeurigheid van ongeveer 10 km. Deze schatting berust op waarnemingen van helderheidsfluctuaties. Juist door het waarnemen van sterbedekkingen door planetoïden, liefst vanuit veel locaties tegelijk, is het mogelijk om meer informatie te verkrijgen over de vorm van zo'n hemellichaam. Omdat daarvoor veel waarnemingen nodig zijn verspreid over een gebied op aarde van enkele tientallen tot honderden kilometers breed, zijn dit soort waarnemingen lastig te doen door professionele astronomen, die daarvoor de tijd en de mankracht niet hebben. Amateurastronomen kunnen daarom goed helpen bij deze vorm van onderzoek, mits voorzien van een voldoende grote telescoop en een geschikte videocamera.
Stichting De Koepel