Den Haag, 5 augustus 2008
Henk Hoekstra (Universiteit Leiden), Gijs Nelemans (Radboud Universiteit Nijmegen) en Aart Heijboer (Nikhef Amsterdam) hebben van NWO een Vidi-subsidie teogekend gekregen. Met een Vidi-subsidie (€ 600.000) kunnen excellente, jonge onderzoekers een eigen onderzoekslijn ontwikkelen.
De Vidi-subsidie is bestemd voor onderzoekers die na hun promotie een aantal jaren onderzoek op postdocniveau hebben verricht. De onderzoekers hebben daarbij vernieuwende ideeën gegenereerd en deze succesvol zelfstandig tot ontwikkeling gebracht. De wetenschappers behoren tot de beste tien à twintig procent van hun vakgebied.
In totaal schreven 393 onderzoekers een onderzoeksplan. De aanvragen werden beoordeeld door wetenschappers uit binnen- en buitenland. Uiteindelijk werden er 81 voorstellen gehonoreerd. Onder hen bevinden zich 28 vrouwen. Nooit eerder kregen zoveel excellente wetenschapper tegelijk een Vidi-subsidie. NWO besloot tot dit recordaantal subsidies wegens de overweldigende hoeveelheid aanvragen.
Gijs Nelemans onderzoekt de oorsprong van type Ia supernova's. Dit zijn stellaire kernfusie-bommen waarin al ons ijzer wordt geproduceerd en die gebruikt worden om de versnelde uitdijing van het heelal in kaart te brengen. Hij zal hun tot op heden onbekende oorsprong ontrafelen door een slimme methode om individuele supernova's te bestuderen te combineren met bestaande expertise en veel nieuwe metingen.
Henk Hoekstra gaat onderzoek doen naar 'donkere energie' in het heelal. Het heelal dijt steeds sneller uit dankzij de donkere energie die overal aanwezig is. Alsof dat al niet vreemd genoeg is, is de meeste materie ook nog eens onzichtbaar. Hij bestudeert de donkere kant van het heelal door de zwaartekrachtwerking op het licht van ver weg gelegen melkwegstelsels te meten.
Aart Heijboer doet onderzoek naar neutrino's. Hij gaat het neutrino gebruiken om de meest energetische objecten in het heelal te bestuderen. Daartoe is een enorme detector op de bodem van Middellandse zee gebouwd. In dit onderzoek gaat hij de methodes ontwikkelen om de signalen van die detector optimaal te gebruiken.