Ruim een week geleden maakte een team van astronomen onder leiding van Nikku Madhusudhan van de Universiteit van Cambridge (VK) bekend dat een mogelijke biosignatuur (chemische verbindingen die op de aanwezigheid van leven kunnen wijzen) was gedetecteerd in de atmosfeer van de ongeveer 120 lichtjaar verre exoplaneet K2-18b. Een nieuwe analyse door astrofysicus Jake Taylor van de Universiteit van Oxford (VK) trekt de ontdekking in twijfel: de vermeende biosignatuur die in het spectrum van de planeet te zien zou zijn, is veel zwakker dan gesuggereerd.
Madhusudhan en collega’s hadden de Webb-ruimtetelescoop op K2-18b gericht op het moment dat deze planeet voor zijn ster langs schoof. Tijdens zo’n planeetovergang gaat het licht van de ster door de planeetatmosfeer heen en absorberen de verschillende moleculen licht op verschillende golflengten. Op die manier kun je in principe bepalen welke chemische verbindingen er in de atmosfeer zitten.
Het probleem met exoplaneten is dat het absorptiesignaal vaak heel zwak is – in dit geval volgens Taylor zelfs zó zwak dat je nauwelijks van een signaal kunt spreken: er zit simpelweg teveel ruis in. Wat resteert is een vrijwel vlakke lijn zonder duidelijk herkenbare ‘dipjes’. Wordt vervolgd! (EE)
Biosignature detection on K2-18b may not even be a detection of anything (Bad Astronomy)