Begin oktober wordt studentenraket Stratos II van de Technische Universiteit Delft gelanceerd. Aan boord van deze raket bevindt zich een laagfrequente antenne waarmee radiosignalen onder 30 MegaHertz kunnen worden gemeten. Het experiment dat wordt geleid door een team van onderzoekers van de Radboud Universiteit Nijmegen is een opmaat voor een radiotelescoop op de maan. Hiermee zou het mogelijk zijn om voor het eerst de straling van kort na de oerknal, in de zogeheten Kosmologische Dark Ages, te meten. Deze straling is onzichtbaar voor radiotelescopen op de aarde omdat onze atmosfeer die niet doorlaat, en omdat we zelf heel veel straling van deze frequenties produceren.
De Dark Ages is een periode van 150 tot 800 miljoen jaar na de oerknal. In deze periode was zichtbaar licht afwezig omdat sterren nog niet waren ontstaan. De enige vorm van straling was de 21-centimeterlijn van neutraal waterstof - waterstof zonder positieve of negatieve elektrische lading - dat toen in grote hoeveelheden aanwezig was. Deze straling is met het uitdijende heelal uitgerekt, en zou nu meetbaar zijn onder 30 MegaHertz met radiotelescopen buiten de aardse dampkring.
Straling uit de tijd van de Dark Ages is nog nooit gemeten, maar in principe kan dit met een radiotelescoop op de maan. Radiotechnieken op aarde zijn al jaren beproeft, maar het plaatsen van een of meerdere antennes op de maan brengt bijzondere eisen met zich mee aan het gewicht, de afmeting, het stroomverbruik en de gegevensverwerking en -transport. "Het experiment op de Stratos II-raket is een belangrijke eerste stap. We hebben de unieke kans om de digitale ontvanger die we zelf hebben ontwikkeld te testen in een ruimte-achtige omgeving. Daarnaast is het een belangrijke oefening voor het team; ga maar gewoon iets bouwen wat een lancering moet overleven en kijk maar waar je tegenaan loopt”, zegt Marc Klein Wolt van de Radboud Universiteit Nijmegen.
Aan boord van de Stratos II—raket bevindt zich een 50 cm lange antenne en de digitale ontvanger die is ontwikkeld door het Nijmeegse team. Hoewel het belangrijkste doel van het experiment is om de werking van de technologie te demonstreren, zal het team de antenne gebruiken om de Radio Frequentie Interferentie (RFI) in de atmosfeer meten, en hoe de sterkte van deze straling die wij zelf produceren toeneemt wanneer de raket hoger klimt. De astronomen hopen zo een beter idee te krijgen van de hoeveelheid RFI die in de ruimte valt te verwachten. De raket is ook beladen met apparatuur voor de stroomvoorziening, om de gegevens van de antenne op te slaan en om de gegevens te analyseren. Als ze deze test doorstaan kan de technologie te zijner tijd worden toegepast in een professionele ruimtemissie.
Het uiteindelijke doel van het team is om wetenschappelijk onderzoek te doen met een radio-array zoals de LOFAR-telescoop die op maan staat. Hiermee zou het mogelijk zijn om de verdeling van het waterstof in de Dark Ages in kaart te brengen. Astronomen kunnen telkens op iets andere frequenties kijken, en daarmee op verschillende momenten. Uiteindelijk volgt hieruit een 'filmpje' van de veranderende verdeling van het waterstof in het heelal. Klein Wolt besluit: "Met een dergelijke radiotelescoop kunnen we de eerste stappen in de ontwikkeling van de eerste sterren en sterrenstelsels in kaart brengen, vergelijkbaar met het filmpje van de eerste stapjes van je kind. Ik kan niet wachten tot we zover zijn."