De Amsterdamse astronoom Alex de Koter is per 1 juli 2008 benoemd tot bijzonder hoogleraar Astrofysica aan de Universiteit Utrecht. Hij gaat zich bezighouden met de studie van zware sterren in het huidige en vroege heelal. Zware sterren hebben bij hun vorming een massa die ten minste tien keer die van de zon is. Gedurende hun evolutie lanceren deze objecten een hypersonische uitstroom van gas, emitteren ze een intens stralingsveld dat gas in hun omgeving ioniseert, en verrijken ze het omliggende medium met zware elementen.
Een zware ster eindigt in een supernova, die voor een korte tijd het sterrenstelsel waarin hij staat in lichtkracht kan overtreffen. Wat overblijft van de ster is een neutronenster of een zwart gat. De stereigenschap die ervoor zorgt dat de levensloop van een zware ster in het vroege heelal anders verloopt dan die van zo'n object in het huidige heelal is zijn metaalgehalte. Massaverlies en rotatie spelen een zeer belangrijke rol in het bepalen welke sterren sterven in een gewone supernova en welke als een (langdurige) gammaflitser.
De Koter heeft afgelopen week 142 uur waarneemtijd gekregen op de Very Large Telescope in Chili om honderden zware sterren in de Tarantula-nevel in de Grote Magelhaense Wolk te observeren. Daarnaast wil hij proberen om zware sterren in dwergstelseltjes waar te nemen, waarvan bekend is dat het metaalgehalte slechts 1/20 is van dat van onze Melkweg. "Dit is erg moeilijk vanwege de grotere afstand, maar we hopen dat het lukt met de nieuwe spectrograaf op de VLT, X-shooter", aldus De Koter, die verbonden blijft aan het Sterrenkundig Instituut 'Anton Pannekoek' van de Universiteit van Amsterdam.