Na een paar weken van relatieve rust en het nemen van foto’s – echt vakantie dus – is Curiosity weer zo goed als op volle sterkte aan het werk. We zijn inmiddels aangeland in het zogenaamde “drielandenpunt” rond Glenelg en dat heeft al tot een leuk resultaat geleid.
De overzichtsfoto laat de afstand zien die Curiosity inmiddels heeft afgelegd en hierop is ook goed te zien waarom Glenelg “drielandenpunt” genoemd wordt. Er komen hier drie verschillende soorten formaties bij elkaar: een wittige, een bruinige en een blauwige.
Het leuke is dat we vanuit een baan om Mars al zeer sterke aanwijzingen hadden dat de donkere formaties een lagere thermische traagheid hebben en de lichtere formatie een hogere. Een lage traagheid betekent dat de rots makkelijk reageert op temperatuurschommelingen, dus als de zon erop staat wordt het heel warm, maar is de zon weg, dan koelt het ook weer sterk af.
De grafiek in de linkerbovenhoek laat heel mooi zien dat de theorie die we hadden over dit gebied, inderdaad klopt. Na sol (Marsdag) 120 reed Curiosity het lichtere gebied in – dus het gebied met de hogere traagheid. De temperatuurschommelingen in het lichte gebied (-80 °C ‘s nachts tot 0 °C overdag) zijn duidelijk kleiner dan die in het donkere gebied (-92 °C ‘s nachts tot +20 °C overdag).
Yellowknife Bay
De locatie waar Curiosity nu staat is Yellowknife Bay gedoopt. Hier zal Curiosity binnen nu en een week of twee voor het eerst zijn boor uitproberen. Uiteraard is er al wat voorwerk verricht voordat het boren echt begint, om zeker te weten of dit inderdaad een interessante plek is.
Op de linkerfoto (Sheepbed) zien we kleine bolletjes op de stenen en wittige aders door de stenen lopen. Die bolletjes zijn waarschijnlijk gevormd door water dat door de stenen heen is gefilterd. De witte adres zijn geanalyseerd met de laser en blijken te bestaan uit gehydrateerd calciumsulfaat. Dit is een mineraal bestaand uit calcium, zwavel en water, en is wellicht beter bekend onder de naam gips.
Op de rechterfoto (Shaler) zien we een fenomeen dat crossbedding heet. Stromend water neemt altijd zand en steentjes met zich mee die onderweg afgezet worden. Door veranderende stromingen in het water, worden deze steentjes en zand op verschillende manieren afgezet. De witte lijntjes geven de verschillen in richting aan. Zowel deze crossbedding als de relatief grote steentjes zijn duidelijke aanwijzingen voor afzetting door water en niet door wind.
Het lijkt erop dat het water stroomde met snelheden van tussen de 10 cm en 1 meter per seconde, maar hoe lang dit water hier is geweest is helaas (nog?) niet duidelijk. Dit water maakt Yellowknife Bay dus een interessante plek om te boren.
Ook blijkt uit foto’s dat de rotsen uit fijnkorrelig materiaal bestaan, dus niet uit grote kristallen of kiezels die aan elkaar vastzitten. Organisch materiaal gaat gemakkelijker in fijnkorrelig materiaal zitten, dus hier boren vergroot de kans op het vinden van organisch materiaal.
Boren
Als alle andere metingen gedaan zijn, gaat Curiosity voor het eerst boren. Dit wordt natuurlijk toch weer een beetje spannend, want het is de eerste keer dat er geboord gaat worden op Mars!
De eerste paar monsters worden niet geanalyseerd, maar worden gebruikt om de boor en zeef en het verdeelstation als het ware schoon te spoelen van het zand dat is achter gebleven na de vorige metingen bij Rocknest. Dus hopelijk over een maandje de eerste resultaten van de eerste boring op Mars.
Bron: NOS