Voor het eerst hebben astronomen complexe organische moleculen – de bouwstenen van het leven – gedetecteerd in de protoplanetaire schijf rond een jonge ster. De ontdekking, gedaan met de Atacama Large Millimeter/submillimeter Array (ALMA), bevestigt opnieuw dat de omstandigheden waaruit aarde en zon zijn voortgekomen niet uniek zijn in het heelal. De resultaten worden op 9 april 2015 gepubliceerd in het tijdschrift Nature.
Het onderzoek laat zien dat de protoplanetaire schijf rond de jonge ster MWC 480 grote hoeveelheden methylcyanide (CH3CN) bevat – een complex koolstofhoudend molecuul. Er is genoeg methylcyanide rond MWC 480 om alle oceanen op aarde mee te vullen.
Zowel dit molecuul als zijn eenvoudigere broertje waterstofcyanide (HCN) is aangetroffen in de koude buitengebieden van de pas gevormde schijf rond de ster. Astronomen denken dat dit gebied vergelijkbaar is met de Kuipergordel – het domein van ijsachtige planetesimalen en kometen in ons eigen zonnestelsel, voorbij de planeet Neptunus. Kometen zijn maagdelijke overblijfselen uit de vormingstijd van ons zonnestelsel. Vermoed wordt dat kometen en planetoïden uit de buitendelen van het zonnestelsel water en organische moleculen op aarde hebben afgeleverd, en zo de weg hebben gebaand voor het ontstaan van primitief leven.
“Onderzoek aan kometen en planetoïden laten zien dat de zonnenevel, die zon en planeten voortbracht, veel water en complexe organische verbindingen bevatte", zegt eerste auteur Karin Öberg, gepromoveerd in Leiden en tegenwoordig astronoom bij het Harvard-Smithsonian Center for Astrophysics in Cambridge, Massachusetts (VS). "We hebben nu een nog sterker bewijs dat dezelfde chemie ook elders in het heelal optreedt, in gebieden waar zonnestelsels als het onze zouden kunnen ontstaan." Volgens Öberg is het resultaat vooral zo intrigerend, omdat de concentraties van de moleculen die in MWC 480 zijn aangetroffen, vergelijkbaar zijn met die in 'onze' kometen.
De ster MWC 480, ongeveer twee keer zo zwaar als de zon, staat op 455 lichtjaar afstand in het Taurus-stervormingsgebied. Zijn omringende schijf bevindt zich nog in een pril ontwikkelingsstadium: hij is nog maar kort geleden samengetrokken uit een koude, donkere nevel van stof en gas. Astronomen weten al een tijdje dat deze interstellaire wolken zeer efficiënte ‘fabrieken’ zijn van complexe organische moleculen, zoals de cyaniden. Cyaniden, en met name methylcyanide, zijn van belang, omdat ze koolstof-stikstofbindingen bevatten. Die zijn essentieel voor de vorming van aminozuren, de bouwstenen van eiwitten en andere moleculen die aan de basis staan van het ontstaan van leven.
Tot nu toe was echter onduidelijk of deze complexe organische moleculen wel kunnen ontstaan en in stand blijven in de energierijke omgeving van een pas gevormd planetenstelsel, waar chemische verbindingen blootstaan aan schokken en straling. Dit onderzoek laat zien dat deze moleculen niet alleen in stand blijven, maar zelfs gedijen.
Opmerkelijk is ook dat de moleculen die ALMA heeft gedetecteerd veel talrijker zijn dan in interstellaire wolken. Dat geeft aan dat protoplanetaire schijven gunstige omgevingen zijn voor de vorming van complexe organische moleculen, en dat ze deze op relatief korte tijdschalen kunnen produceren. Volgens coauteur Furuya Kenji (postdoc aan de Leidse Sterrewacht) is het een fascinerende ontdekking. "We willen nu gaan onderzoeken of protoplanetaire schijven meer complexe organische moleculen bevatten, zoals (de voorlopers van) aminozuren.
Origineel persbericht: ESO