De Geminiden zijn genoemd naar het sterrenbeeld Tweelingen (Gemini), waar de meteoren vandaan lijken te komen. Dit sterrenbeeld staat bij ons in december 's avonds boven de oostelijke en 's ochtends boven de westelijke horizon. De meteorenzwerm bestaat uit achtergelaten puin van de planetoïde (en mogelijk uitgedoofde komeet) Phaethon. Doordat de aarde in zijn baan om de zon door de puinwolk beweegt, zien wij deze meteorenzwerm ieder jaar rond dezelfde datum. De Geminiden kenmerken zich door hun grote aantallen, hun helderheid, hun gelige kleur en de korte sporen die ze achterlaten.
Vallende sterren zijn lichtflitsen die af en toe aan de sterrenhemel verschijnen. De flitsen hebben echter niets met sterren te maken. Ze worden veroorzaakt door ruimtepuin, vaak niet groter dan een zandkorrel, dat ongeveer 100 kilometer boven ons hoofd in de aardatmosfeer terechtkomt. Door de hoge snelheden van het ruimtepuin wordt de lucht vóór zo’n gruisdeeltje gecomprimeerd, verhit en aan het gloeien gebracht, wat wij zien als een flitsje. De snelheden van de Geminiden zijn met zo’n 125.000 km/uur gemiddeld.
De piek van de Geminiden is met minder dan 24 uur vrij kort, waardoor het maximum regelmatig ongunstig valt. Doordat de piek dit jaar 's ochtends rond 5 uur plaatsvindt en de maan dan net onder is zijn de omstandigheden erg gunstig. Volgens hemel.waarnemen.com neemt het aantal meteoren gedurende de nacht toe van 25-40 per uur rond middernacht (wanneer de maan nog stoort; kijk naar het oosten) tot 100-120 per uur rond 4 uur (in het zuidwesten), nog iets meer dan vorig jaar. De laatste keer dat de piek in onze streken zo hoog viel was in 2009, de volgende keer is volgens Van der Sluys pas in 2064 (al komen 2044 en 2063 daar dichtbij).
Om de meteoren waar te nemen is geen speciale apparatuur nodig; het blote oog, een heldere hemel en warme kleding volstaan. Door een donkere plaats op te zoeken kunnen ook de zwakkere meteoren worden waargenomen.
Zie ook: hemel.waarnemen.com