Een team van astronomen uit Amerika, Frankrijk en Nederland, waaronder de astronoom professor Koen Kuijken van het Kapteyn Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen, heeft een 'baby-sterrenstelsel' ontdekt. Het stelsel op een afstand van 13,4 miljard lichtjaar is ontdekt met behulp van waarnemingen met de Hubble ruimte telescoop en de tien meter grote Keck telescoop. "Voor het eerst zien de we omstandigheden waarin de eerste generatie sterren zich vormen. We zien de bouwstenen van de eerste sterrenstelsels", aldus een enthousiaste Kuijken.
Dat het het stelsel op een afstand van 13,4 miljard lichtjaar staat, houdt in dat het 13,4 miljard jaar geleden al bestond. Het beeld uit die tijd bereikt ons nu pas. Diep in het heelal kijken betekent eigenlijk diep in de tijd terugkijken. Omdat het heelal, op basis van de tijd die verstreken is sinds de oerknal, ongeveer 14 miljard jaar oud is, gaat het om een stelsel uit een periode kort na het ontstaan van het heelal. Kuijken: "We kijken naar iets dat toen nog heel klein en heel jong was. We denken dat het een van de bouwstenen is die later in de geschiedenis van het heelal samen zijn gegaan en grotere sterrenstelsels hebben gevormd."
De speurtocht naar dit type sterrenstelsels, die in april vorig jaar van start ging, zou niet mogelijk zijn geweest zonder het bestaan van zogeheten gravitatielenzen in het heelal. Einstein voorspelde al dat grote hoeveelheden materie door hun zwaartekracht passerende lichtstralen zullen afbuigen. Dit betekent dat (clusters van) sterrenstelsels onder de juiste omstandigheden als een vergrootglas kunnen werken op het beeld van achterliggende objecten.
In het archief van waarnemingen van de Hubble ruimte telescoop is daarom eerst gezocht naar geschikte kandidaten. De astronomen Richard Ellis (Amerika), Jean-Paul Kneib (Frankrijk) en Kuijken vonden die bij de cluster van sterrenstelsels Abell 2218. Na intensief speurwerk vonden ze vlak naast de cluster het circa 30 maal vergrote beeld van een object waarvan men vermoedde dat het een achterliggend baby-sterrenstelsel is. Met behulp van de grote Keck-telescoop is vervolgens een spectrum van het licht van het object gemaakt om dit te kunnen indentifieren.
Het baby sterrenstelsel, in grootte slechts een half procent van ons eigen sterrenstelsel, de Melkweg, en met een massa van één miljoen maal die van de zon, zou zonder gebruik te maken van deze techniek nooit ontdekt zijn, omdat het daarvoor te ver weg en te lichtzwak is. De sterren die we zien, zijn pas zo'n 2 miljoen jaar oud, naar astronomische maatstaven piepjong.
“De ontdekking is in zekere zin zoals verwacht”, zegt Kuijken. "Maar dat het sterrenstelsel zo jong is, is voor iedereen een verrassing. In de komende jaren verwachten we nog meer van deze bouwstenen van sterrenstelsels te ontdekken."
Reikhalzend kijken de astronomen uit naar nieuwe waarneemmogelijkheden. In 2009 wordt een nieuwe ruimte telescoop gelanceerd en sterrenstelsels als deze pas ontdekte baby zijn dan doel van waarneming.