Hoe vind je het om benoemd te zijn tot lid?
‘Het is een hele eer. De Pauselijke Academie van Wetenschappen heeft maar maximaal 80 leden, dat maakt het extra speciaal. En die leden zijn internationale wetenschappers van wereldtop. Dat maakt de Academie van het Vaticaan ook uniek: de meeste academies zijn nationaal, en er is er naar mijn weten geen zo mondiaal als die van het Vaticaan. Daarom kun je er interessante mondiale problemen mee bespreken en aanpakken.’
Een speciale benoeming dus. Hoe is die tot stand gekomen?
‘Al vroeg in mijn carrière werd ik uitgenodigd voor een meeting van de Academie. Die meeting ging nota bene over de oorsprong van leven. Het was een ontzettende high-level meeting, met kardinalen, topwetenschappers en zelfs Nobelprijswinnaars. Ik hield als jonge wetenschapper een lezing over hoe sterren en planeten vormen. Het was ontzettend goed georganiseerd, en heel multidisciplinair ook. Die meeting is me echt bijgebleven als speciaal.
In 2020 ben ik als president van de Internationale Astronomische Unie uitgenodigd voor de plenaire sessie, die in het teken stond van Science & Survival. Ook hier waren de allerbeste sprekers uitgenodigd, zoals WHO-baas Ghebreyesus. Ik hield daar een lezing over waarom astronomie belangrijk is voor de toekomst van onze samenleving. Waarschijnlijk is dat een van de triggers geweest om mij als lid te benoemen.’
Wat wordt jouw rol als lid van de academie?
Mijn voornaamste taak is deelnemen aan de plenaire sessie die elke twee jaar plaatsvindt, hierbij zijn alle leden van de academie aanwezig. Daarnaast organiseert de academie symposia en workshops die heel gevarieerd zijn en mondiale problemen adresseren, zoals voedselvoorziening en klimaatverandering. Dat is voor mij een kans om bepaalde thema’s op de kaart te zetten, zoals het belang van fundamentele wetenschap voor een wereldwijde duurzame ontwikkeling.
En meer specialistisch: grote mondiale faciliteiten voor de wetenschap. Zoals de aanstaande komst van NASA’s James Webb Space Telescope – waarbij ik nauw betrokken ben – en ESO’s Extremely Large Telescope. Wij zijn namelijk de eerste generatie wetenschappers die de technologie in huis heeft om, meer dan 25 jaar na mijn eerste pauselijke conferentie, die ene grote vraag te beantwoorden: zijn wij alleen in het heelal?’
Hoe kijk jij naar wetenschap en geloof?
‘Die kunnen eigenlijk heel goed naast elkaar bestaan, daar is deze academie met haar eigen sterrenwacht wel het bewijs van. Neem bijvoorbeeld Heino Falcke, de man achter de eerste foto van een zwart gat. Hij is in zijn vrije tijd lekendominee. Mijn schoonvader was gereformeerd dominee, daar heb ik altijd hele goede gesprekken mee gevoerd. Destijds bij de meeting in 1996 was ik er al verbaasd over hoe open de discussies waren.
Natuurlijk kunnen we vanuit de wetenschap zeggen dat bepaalde dingen die in de bijbel staan niet zo zijn gebeurd, maar er is ook veel overlap: religie en wetenschap zijn allebei op zoek naar de waarheid. Ik zie het heelal als een groot boek: Net als wij wetenschappers is ook de religie dat boek aan het lezen.
Ik denk ook dat veel van de wetenschappers die ergens in geloven, in de god van Spinoza geloven: niet een god die oordeelt of liefheeft, maar God de natuur, die eigenlijk alles is wat er is.’
Over Ewine van Dishoeck:
EWINE VAN DISHOECK (1955) verricht pionierend werk op het gebied van de astrochemie. Door haar onderzoek begrijpen we de chemie van interstellaire wolken beter, net als de vorming van sterren en planeten. Van Dishoecks werk is van groot belang om vast te stellen of er leven mogelijk is op andere planeten. Ze won vele prijzen voor haar onderzoek, waaronder de Spinozapremie in 2000, de Albert Einstein World Award of Science in 2015 en de Kavliprijs in 2018, die ook wel gezien wordt als de Nobelprijs van de astronomie. Tot eind deze maand is ze president van de Internationale Astronomische Unie.