Een internationaal team van astronomen van onder meer de Sterrewacht Leiden hebben een ongebruikelijke begeleider ontdekt van een zeer jonge ster in het sterrenbeeld Orion. Iedere 2,5 jaar schuift een groot object (mogelijk een planeet) voor de ster langs waardoor het sterlicht met 20 procent wordt gedimd. Vermoed wordt dat een exoringen-systeem de oorzaak is. De volgende verduistering wordt verwacht in september en de astronomen treffen voorbereidingen om deze eclips in detail te gaan bestuderen. Binnenkort verschijnt hun paper in Monthly Notices of the Royal Astronomical Society.
Eerste auteur Hugh Osborn, promovendus aan de Warwick University in Australië, ontdekte de mysterieuze lichtcurve in data van de SuperWASP-survey. “Maar pas toen we een tweede eclips vonden in data van de KELT-survey wisten we zeker dat hier iets bijzonders aan de hand is,” zo licht hij toe.
Door de tijden van de twee eclipsen gecombineerd met de positie van de ster ten opzichte van de zon waren ze niet te zien. Komende september doet zich de eerste gelegenheid voor om de ster waar te nemen zonder dat het felle zonlicht in de weg zit. Dat konden de astronomen berekenen door de data uit de twee surveys te combineren. Coauteur Joseph Rodriguez van Harvard University: “We zijn nu voorbereidingen aan het treffen om de volgende verduistering nauwkeurig te volgen en vast te stellen waaruit de ringen bestaan. Heel spannend allemaal.”
De ster waar het nog onbekende object omheen draait, PDS 110, staat op ongeveer 1100 lichtjaar afstand van de aarde in het sterrenbeeld Orion en is helder genoeg voor sterrenkundeamateurs om de twee weken durende eclips in september te kunnen volgen. Wellicht kunnen zij een bijdrage leveren aan het onderzoek.
Coauteur Matthew Kenworthy van de Sterrewacht Leiden ontdekte eerder met collega’s een gigantisch ringenstelsel rond een planeet bij de ster J1407. Kenworthy vermoedt ook deze keer dat ringen de oorzaak zijn. “Tijdens beide verduisteringen zien we de hoeveelheid licht van de ster heel snel veranderen. Op basis daarvan vermoeden wij een ringenstelsel, vele malen groter dan dat van Saturnus.”
De reuzenringen rond J1407 kunnen niet direct worden waargenomen omdat de ster veel te ver weg staat, dus mochten de ringen bij het object rond PDS 110 in september worden aangetroffen, dan zal dit systeem de geschiedenisboeken ingaan als het eerste stelsel met reuzenringen waarvan de omlooptijd bekend is. Dat laatste betekent dat astronomen de waarnemingen kunnen plannen. Deze waarnemingen kunnen hun vervolgens meer inzicht geven in de omstandigheden waaronder planeten en hun manen rond jonge sterren worden gevormd.
“J1407 was het eerste van dit soort exoringen-stelsels. Met de ontdekking van PDS110, en de kans op de eclips in september, hopen we een tweede exoringen-systeem te kunnen bevestigen,” besluit Kenworthy.