Afstand tot zwart gat eindelijk geen geheim meer

Afstand tot zwart gat eindelijk geen geheim meer
Een internationaal team van sterrenkundigen, onder wie Peter Jonker (SRON) en Gijs Nelemans (Universiteit Nijmegen), heeft voor het eerst nauwkeurig de afstand van de aarde tot een zwart gat gemeten. Zonder terug te hoeven vallen op rekenmodellen kwamen de onderzoekers uit op een afstand van 7.800 lichtjaar, veel dichterbij dan tot nu toe werd aangenomen. De onderzoekers bereikten deze doorbraak door de radiostraling van het zwarte gat en zijn begeleider – een stervende ster ­– te meten. Door de veel kleinere foutmarge (< 6%), krijgen sterrenkundigen een beter beeld van onder meer het ontstaan van zwarte gaten. Verder is een exacte afstand van belang voor metingen van de ‘spin’ van een zwart gat.

Astronomische afstanden laten zich het beste meten aan de hand van de zogenoemde trigonometrisch parallax, waarbij astronomen gebruikmaken van de jaarlijkse verschuiving van de positie van de ster als gevolg van de baan van de aarde om de zon (ofwel hoekverschuiving). Peter Jonker en zijn collega's hebben deze methode nu voor het eerst toegepast op een relatief dichtbij gelegen zwart gat en zijn begeleidende ster, V404 Cygni, in het sterrenbeeld Zwaan. De buitenste lagen van de ster worden naar het zwarte gat gezogen. Dit gas hoopt zich eerst op in een plasmaschijf rond het zwarte gat voordat het daarin verdwijnt, een proces waarbij veel röntgen- en radiostraling wordt uitgezonden.

Jonker en collega's konden de hoekverschuiving van het duo nauwkeurig meten met een combinatie van wereldwijd verspreide radiotelescopen, de High Sensitivity Array. De astronomen wisten zo vast te stellen dat het zwarte gat van V404 Cygni op een afstand van 7.800 lichtjaar van de aarde staat, iets meer dan de helft van de afstand die eerder werd aangenomen.

SRON-persbericht